Ook de Nasa moet bezuinigen. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie sloopt reserveonderdelen voor internationaal ruimtestation ISS uit afgedankte spaceshuttles.

dn28067-1_800
Deze museumstukken gaan straks misschien weer naar de ruimte. (Foto: US National Archives)

De laatste vlucht van een shuttle was in 2011, en de vier overgebleven shuttles werden naar verschillende musea in de Verenigde Staten gestuurd. Afgelopen week verwijderden technici van de Nasa vier wateropslagtanks uit de spaceshuttle Endeavour, die in het California Science Center in Los Angeles staat.

De tanks hebben een totale capaciteit van driehonderd liter. Eerder werden ze gebruikt om water op te slaan voor de bemanning van de shuttle en om de watervoorraad van het ISS aan te vullen. In mei verwijderde de Nasa de tanks van de shuttle Atlantis, die tentoongesteld wordt in het Kennedy Space Centre in Florida.

Goedkoper

De shuttles zijn ontworpen voor veel meer missies dan ze uiteindelijk gevlogen hebben, dus de tanks zijn nog goed bruikbaar. De Nasa hoopt dat de tanks gebruikt kunnen worden voor de nieuwe wateropslagfaciliteit voor het ISS. ‘Zo wordt het bouwen van een nieuw systeem een stuk goedkoper’, zegt Nasa-woordvoerder Daniel Huot.

Toch zullen de tanks voorlopig niet naar de ruimte gaan. ‘Pas als het ontwerp klaar is, kunnen we daar een planning voor maken’, zegt Huot.