Vrouwen met appelvormige lichamen lopen een hoger risico in ongecontroleerde eetbuien te vervallen dan seksegenoten met een peervormig lichaam. Tot die conclusie komen onderzoekers van Drexel University in de VS. Het resultaat kan artsen helpen om eetstoornissen eerder te zien aankomen.

appelvormig
Appels met peren vergelijken. Afbeelding: Drexel University.

Vrouwen die het merendeel van hun vet rond de buik opslaan hebben een zogenoemd appelvormig lichaam. Deze benaming is ontstaan naar analogie met het traditionele peervormige beeld van een vrouwenlichaam, gekenmerkt door brede heupen en een smalle taille. Volgens Brits onderzoek uit 2012 heeft de appelvorm de peervorm inmiddels verdrongen als meest voorkomende lichaamsbouw.

De peervorm wordt over het algemeen als meest gezonde lichaamsbouw beschouwd, maar de bewijzen daarvoor zijn schaars. In 2013 verscheen een publicatie van de University of California in de VS, waarin veelgehoorde gezondheidsvoordelen van een peervormig lichaam ‘meer mythe dan werkelijkheid’ werden genoemd.

Vetpercentage en depressiviteit

Het nieuwe onderzoek laat zien dat de appelvorm desondanks een streepje voor heeft. De onderzoekers bestudeerden de lichaamsbouw en het eetgedrag van bijna driehonderd jonge volwassen vrouwen gedurende twee jaar. Ze toonden aan dat appelvormige vrouwen vaker ongecontroleerde eetbuien hebben dan anderen, ongeacht hun totale vetpercentage of de mate van depressiviteit waarin ze verkeren. Deze eetbuien waren niet te voorspellen aan de hand van interviews die voorafgaand aan de studie waren afgenomen.

Het verschil tussen appels en peren is bovendien erg groot. Een slechts 1 procent hogere waarde van de hoeveelheid vet rond de buik ten opzichte van de totale hoeveelheid lichaamsvet, staat volgens de onderzoekers gelijk aan maar liefst 53 procent meer kans binnen twee jaar eetbuien te ontwikkelen.

Boulimia nervosa

eetbui
Afbeelding: Flickr/Vic.

Uit het onderzoek volgt tevens dat appelvormige vrouwen gemiddeld vaker ontevreden zijn met hun lichaam. Ook dit resultaat staat los van het totale vetpercentage of depressiviteitsniveau. Volgens de onderzoekers draagt het negatieve zelfbeeld mogelijk bij aan het ontwikkelen van de eetbuien.

Ongecontroleerde eetbuien zijn kenmerk van veel eetstoornissen, zoals boulimia nervosa en een subtype van anorexia nervosa. Wanneer artsen eetbuien eerder zien aankomen, kunnen ze eetstoornissen volgens de onderzoekers vaker voorkomen of met succes behandelen.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.

Lees ook: