Vanavond is de nationale IQ-test op RTL 4 te zien. Hoeveel waarde moeten we hechten aan zo’n IQ-score?
Jeroen van Koningsbrugge en Beau van Erven Dorens presenteren de nationale IQ test 2016. Zelf konden ze opgelucht ademhalen toen ze hun scores van respectievelijk 125 en 119 te horen kregen bij een gemiddelde van 100. Over ouddeelneemster Bonnie St. Claire wordt beweerd dat ze lager scoorde dan een orang-oetan. Hoe serieus moeten we die scores eigenlijk nemen?
‘Die laatste vergelijking gaat in elk geval nergens over’, vertelt Margriet Sitskoorn, hoogleraar klinische neuropsychologie aan Tilburg University. ‘Ze hebben een orang-oetan ooit op goed geluk via het indrukken van knopjes de vragen van de nationale IQ test laten beantwoorden, maar aangezien een aap geen taal begrijpt, heeft dit natuurlijk niets met intelligentie te maken.’
De nationale IQ-test wordt ieder jaar opnieuw gemaakt door medewerkers van filmmaatschappij Warner Bros, voorheen Eyeworks, die zeker moeite doen om een goede test in elkaar te zetten, maar het is geen officiële IQ-test. Om aan de wetenschappelijke eisen te voldoen ben je namelijk jaren bezig met het ontwikkelen van zo’n testbatterij. Je moet bijvoorbeeld onderzoeken of de scores voldoende samenhangen met die van andere IQ-tests en prestaties om te verzekeren dat je eenzelfde concept meet. En je moet de test normeren. Dat houdt in dat je gegevens verzamelt van een grote groep mensen uit onder andere verschillende leeftijdscategorieën, zodat je iemands uitslag met het groepsgemiddelde van zijn of haar categorie kunt vergelijken.
Ratten doodgooien
De nationale IQ-test is wel enigszins genormeerd, maar met veel kleinere steekproeven. Daarnaast hebben de kandidaten de mogelijkheid om tests uit voorgaande jaren te oefenen, waardoor er een leereffect en een zogenaamde testslimheid kan optreden. Bij IQ-tests die worden gebruikt in zorginstellingen of op scholen wordt daar voor gecontroleerd. ‘Er zal geen school zijn die je toelaat op basis van jouw score op de nationale IQ test’, verheldert Sitskoorn.
Met de scores van reguliere tests die wel aan wetenschappelijke eisen voldoen is het alsnog de vraag wat ze meten. Intelligentie is een ontzettend lastig concept, weet Sitskoorn. ‘Sommigen doen alsof je het met één test als één concept kan meten en sterker nog het in één getal uit te drukken is. Dat is niet zo. Er zijn ook geen tests die overal ter wereld toepasbaar zijn. Ik heb bijvoorbeeld veel gereisd in onherbergzame gebieden. Als ik dan in het Indonesische Iran Jaya of in Tibet was, dan kon ik niks, ik kon geen vuur maken en geen ratten doodgooien met een steen of het juiste voedsel vinden. Ik mag hier dan wel professor zijn, daar was ik toen echt heel erg dom. Wel had ik de vermogens om goed met de inheemse bevolking op te kunnen schieten, zodat zij mij hielpen.’
Volgens Sitskoorn valt aanpassingsvermogen aan nieuwe omstandigheden, inclusief sociale situaties, ook onder intelligentie. Niet elke wetenschapper deelt die mening. Het grote publiek is bovendien gewend aan het begrip intelligentie in engere zin; je stelt kennis- en inzichtvragen en hoe hoger je daarop scoort, hoe slimmer je wordt gevonden. Het kennis-onderdeel heet gekristalliseerde intelligentie en het is sterk cultuurgebonden.
Zoekmachines
Er is ook nog zoiets als vloeiende intelligentie. Hoe snel kun jij je aanpassen, pik je feedback op en leg je nieuwe verbanden? Deze vorm van intelligentie hangt minder af van de omgeving waarin je woont en het maakt deel uit van het bredere concept executieve functies zoals plannen, schakelen, doelgericht handelen, jezelf aansturen en beheersen.
Executieve functies vormen maar een klein onderdeel van de reguliere intelligentietests. Hoewel niet iedereen ze onder het concept intelligentie schaart, zijn wetenschappers het erover eens dat ze onmisbaar zijn in de hedendaagse, dynamische maatschappij.
Executieve functies zijn belangrijk voor succes in de breedste zin van het woord: je sociale omgang, hoe goed je weerstand kunt bieden aan verleidelijke impulsen zoals junkfood, maar ook hoe makkelijk je kunt omspringen met veranderingen, bijvoorbeeld een wegopbreking of reorganisatie. En dat terwijl feitenkennis in je geheugen steeds minder relevant wordt, want daar hebben we zoekmachines zoals Google en andere technologie voor.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Meer lezen: