De natuur is ons weer eens de baas. Slechts driekwart eeuw aan evolutie was voldoende om een bacterie te vormen die polyethyleentereftalaat (pet) kan afbreken en opeten. Pet is een van de meest vervuilende plasticsoorten.
De bacterie, die de naam Ideonella sakaiensis meekreeg, lijkt zich alleen met pet-plastic te voeden. Deze vaardigheid moet in de afgelopen decennia zijn geëvolueerd, aangezien pet-plastic pas in de jaren veertig is uitgevonden. De Japanse ontdekkers – Kohei Oda en zijn team van het Kyoto Institute of Technology – hopen dat de ontdekking nieuwe manieren oplevert om plastic af te breken, ofwel via de bacterie zelf, ofwel via de twee enzymen die hij daarvoor gebruikt.
Enzymen
De bacterie hecht zich aan het pet met stengelachtige draden. Daarna gebruikt die achtereenvolgens twee enzymen om pet af te breken tot tereftaalzuur en ethyleenglycol, de twee milieuvriendelijke stoffen waaruit pet wordt gemaakt.
Vervolgens verteert de bacterie beide stoffen. Deze eigenschap maakt hem geschikt om vervuilend plastic te verwijderen. Het vermogen om de startmaterialen te reconstrueren maakt de bacterie ook potentieel waardevol bij recycling. Het proces duurt echter lang: de bacterie heeft bij 30 °C ongeveer zes weken nodig om een duimnagelgroot stukje pet volledig af te breken.
Bewerkt door Yannick Fritschy
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: