Rond de aarde bevindt zich een baan van vuilnis met afgedankte en afgebroken satellietonderdelen. Een kleine scherf kan de kwetsbare, maar vooral kostbare ruimtestations al zwaar beschadigen.
In veertig jaar heeft zich in de lagere banen rond de aarde een enorme vuilnishoop gevormd. Satelietskeletten en losse onderdelen van ruimtevaartuigen vormen een groot gevaar voor de veiligheid van astronauten en nieuwe satellieten. Botsingen tussen de stukken puin en ruimtestations hebben tot nu toe geen slachtoffers geëist, maar volgens Nicholas Johnson van NASA’s Johnson Spaceflight Center in Houston is dit meer geluk dan wijsheid. Afgelopen jaar kon een Franse astronaut ternauwernood zijn evenwicht bewaren, nadat zijn evenwichtsapparatuur in botsing kwam met de restanten van een van hun eigen Ariane raketten.
Een inventarisatie van het ruimtevuilnis door NASA leverde al tienduizend geïdentificeerde brokstukken op. Met de huidige mogelijkheden detecteren wetenschappers echter alleen brokstukken met een doorsnee groter dan tien centimeter. Ook in Rusland, Europa en Japan werken onderzoekers aan het uitzoeken van de puinhopen.
Daarnaast werken deskundigen hard aan verschillende methoden om satellieten en ruimtestations minder gevoelig te maken voor een botsing. Schokabsorberende lagen, nanobuizen en zelfs synthetisch spinnenrag behoren tot de materialen, die de ruimteobjecten weerbaarder moeten maken.
Een opruimrobot is een derde optie en verhelpt direct alle problemen. Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology ontwierpen reeds een robot, die behangen vol magneten de gevaarlijke brokstukken uit de weg kan ruimen. Hoewel de technologie voor handen is, is een dergelijke schoonmaakoperatie voorlopig nog te duur. Extra stevige constructies en aluminium bumpers bieden tot nu toe de beste oplossing.
Sabrine Caspers