Het zien van een olijke toet activeert de hersenen van vrolijke mensen meer dan de hersenen van verlegen en onzekere individuen.

De hersenen van spontane mensen reageren positiever op lachende gezichten dan de hersenen van verlegen personen. Dat concluderen Amerikaanse psychologen van de Stanford universiteit in het wetenschappelijk tijdschrift Science van 21 juni.

Het onderzoek van John Gabrieli concentreerde zich op de amygdala, een hersengebied ter grootte van een hazelnoot dat in het midden van het hoofd ter hoogte van de ogen ligt. De activiteit van dit gebiedje, betrokken bij emotie en geheugen, mat hij met zogeheten functional Magnetic Resonance Imaging (fMRI).

Het is bekend dat de amygdala bij ieder mens hetzelfde reageert wanneer we een griezelig gezicht zien. Wanneer we daarentegen een vriendelijk kijkend gezicht zien, is de amydala niet bij iedereen actief.
Gabrieli vermoedt dat dit te maken heeft met een verschil in persoonlijkheid. Om dat te testen vroeg hij vijftien studenten naar gezichten met verschillende gelaatsuitdrukkingen te kijken. Zoals verwacht reageerden alle proefpersonen hetzelfde op angstig kijkende koppen.

Verrassend genoeg reageerden alleen extraverte – optimistische en sociale – studenten op vrolijke gezichten. Hun hazelnootachtig hersengebiedje werd geactiveerd. De amygdala van verlegen en onzekere studenten reageerde niet. Kortom, hoe spontaner de persoon des te waarschijnlijker is het dat zijn amygdala reageert op iets aangenaams als een stralend gezicht. Niemand kan deze bevinding nog verklaren. “De volgend stap”, zegt Gabrieli, “is erachter komen waarom de amygdala bij sommige mensen actiever is dan bij anderen.”