Koudbloedige vissen uit de ijskoude Russische wateren bevatten antivrieseiwitten in hun aderen om te voorkomen dat ze doodvriezen. Onderzoekers isoleerden deze eiwitten voor het bewaren van sperma en organen.
In de zeeën rond de Noord- en Zuidpool kan het water afkoelen tot -1.9 ºC. Het zeezout maakt watertemperaturen mogelijk onder het vriespunt, zonder dat het water bevriest. Toch zijn sommige vissen in staat te overleven. Het geheim? Antivries! In de aderen van deze koudbloedige dieren is een combinatie van eiwitten aanwezig die voorkomt dat de beestjes bevriezen in hun barre leefomgeving.
Deze antivriesglycoproteinen (AFGP) verhinderen de vorming van ijskristallen in het bloed en andere lichaamssappen van de vis. M. Karanova en haar collega’s van het Instituut voor Celbiofysica van de Russische Academie voor Natuurwetenschappen en het Instituut voor Visserij onderzochten nieuwe toepassingen voor deze eiwitten.
Cryobiologie
AFGP zijn zeer belangrijk voor de cryobiologie, het invriezen van biologisch materiaal, als sperma, organen of weefsels. Sperma wordt bewaard in vloeibare stikstof, bij een temperatuur van -196 ºC. Om te voorkomen dat de spermacellen doodvriezen, worden ze bewaard in een zeer giftig medium. Door uit kabeljauw geïsoleerde AFGP aan het medium toe te voegen, is slechts nog de helft van het medium nodig. Daarnaast is een groter percentage van de spermacellen na ontdooien nog actief.
Wordt het dan toch ooit mogelijk jezelf in te vriezen en vervolgens gewoon weer door te leven?
Sabrine Caspers