Bomen groeien op koolstof, maar hoe snel komt dat broeikasgas vrij na hun dood? Wat betekent dit voor het klimaat en welke boom is het milieuvriendelijkst? Bomenkerkhoven moeten dit uitwijzen.

Deze stammetjes ontraadselen klimaatkwesties. Foto: Hans Cornelissen.
Deze stammetjes ontraadselen
klimaatkwesties. Foto: Hans Cornelissen.

Duizend boomstammen van een meter lang liggen sinds 2012 te vergaan in een zuur en voedselarm lariksbos bij Putten op de Veluwe én op een rijke kleibodem in de Hollandse Hout bij Lelystad in Flevoland. ‘Op twee contrasterende plekken kunnen we de verschillen in afbraaksnelheid meten en vergelijken – in hoeverre de boomsoort en het bodemtype bepalend zijn,’ zegt Hans Cornelissen, hoogleraar ecologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De VU werkt hierbij samen met de universiteiten van Wageningen en Utrecht.

China

De 25 soorten bomen die in slagorde rotten, omvatten alle bekende soorten in Noordwest-Europa en een paar met internationaal belang zoals de Japanse ceder. Twee plekken in Nederland zijn niet genoeg, dus Cornelisse heeft contact met China voor een soortgelijk experiment in tropisch bos op de grens met Vietnam. Ook Japan en Canada willen meedoen. ‘Ik hoop uiteindelijk in alle klimaatgebieden dit soort experimenten te doen. Dan kun je veel algemener iets zeggen over de rol van dood hout, hoeveel koolstof wordt vastgelegd en hoeveel er de lucht ingaat als CO2.’

Ideaal voor het klimaat zijn snelgroeiende bomen die langzaam worden afgebroken. ‘In de tropen groeien ze misschien harder, maar als de afbraak na het afsterven ook snel gaat, is de balans waarschijnlijk neutraal. Het kan daarom best zijn dat die balans in gematigde streken positiever uitvalt. Voor de koolstofbalans gaat het ook om de hoeveelheid koolstof die vanuit het hout in de bodem wordt vastgelegd. Daar wordt ook onderzoek naar gedaan.’

Duidelijk is wel dat harde houtsoorten als eik en taxus langzaam vergaan. Deze bomen hebben veel lignine (houtstof). Ze impregneren hun kern met moeilijk afbreekbare stoffen en leven daardoor langer.

Aanplanten

Naaldbomen vergaan langzamer dan loofbomen. ‘Dat is een beetje raar,’ erkent Cornelissen, ‘want naaldhout is licht. Je zou denken dat het snel afbreekt. Die boomsoorten hebben echter allerlei stoffen die moeilijk te verteren zijn. Welke dat zijn, willen we achterhalen, zodat we uiteindelijk algemene uitspraken kunnen doen en bosbouwers adviseren welke bomen ze het beste kunnen aanplanten.’

De afbraak gebeurt door schimmels, maar bastkevers en boktorren doen veel voorwerk door te graven en te vreten. Schimmels als witrot en bruinrot kunnen het hout daarna makkelijker koloniseren. Belangrijk onderdeel van dit experiment is te kijken hoe dat proces verloopt in verschillende bomen.

Na een, twee en vier jaar zijn er stammetjes ‘geoogst’. Inmiddels zijn er 400 van de 1000 geanalyseerd. Na acht en zestien jaar wordt de rest bekeken. Verwacht achter niet alle heil van het bos,waarschuwt Cornelissen: ‘Bossen zijn een belangrijke koolstofbuffer, maar kunnen zeker niet alles oplossen. We moeten met zijn allen vooral minder CO2 uitstoten.’

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.

Lees verder: