Het is lastig om een volledig sterrenstelsel in kaart te brengen als je zelf in een van zijn armen zit. Astronomen hebben nu de duidelijkste kaart van de Melkweg ooit gemaakt. Daaruit blijkt dat de arm waar wij ons in bevinden groter is dan we eerst dachten.
Onze Melkweg bestaat uit spiraalarmen gevuld met sterren, gas en stof. Die armen hebben elk een eigen naam, zoals de grote Perseus- en Centaurusarmen. Ons eigen zonnestelsel ligt in de Orionarm, een arm die astronomen tot voor kort als dwergarmpje classificeerden.
Astronoom Ye Xu en zijn collega’s van het Purple Mountain observatorium in China, zeggen nu dat onze Orionarm net zo groot is als de anderen. Zijn team gebruikte de Very Long Baseline Array – een systeem dat tien radiotelescopen in New Mexico combineert – om de spiraalarmen op te meten. Daarvoor maten zij de afstanden tot de sterren. Met de signalen van die sterren konden de telescopen een nauwkeurige afstand bepalen door middel van een driehoeksmeting, een trucje dat parallax heet.
Ruimtestof en -gas beperken het zicht op de sterren. ‘Met radiotelescopen kunnen we echter door het galactische vlak heen kijken en op die manier de massale stervormende gebieden in de spiralen zien en opmeten,’ zegt Xe. ‘Telescopen die gebruikmaken van optische golflengtes kunnen dat niet door al het stof in die gebieden.’
Aftakkingen en uitlopers
De nieuwe metingen suggereren dat de Melkweg geen nette spiraal met goed gedefinieerde armen is, maar eerder een spiraal met aftakkingen en uitlopers. Voorheen classificeerden astronomen de Orionarm als een uitloper, maar Xu en zijn team denken nu juist dat deze op de meer spectaculaire, grotere armen lijkt.
Het idee dat de Melkweg een spiraal is, werd al 150 jaar geleden geopperd. Maar in de jaren 50 van de 20e eeuw identificeerden astronomen pas de ledematen. Het debat de precieze structuur van het sterrenstelsel is nog altijd gaande. Het aantal armen, hun lengtes en de grootte van de staaf met heet gas en stof in het midden zijn nog steeds niet exact bepaald.
Xu ontdekte met collega’s ook een uitloper die de Orion- en Sagittariusarm verbindt. ‘Deze strook kreeg eerder weinig aandacht, omdat hij niet leek op de grootste spiraalarmen in het binnenste deel van de Melkweg,’ schrijven de auteurs in hun publicatie.
Toekomstige metingen met andere radiotelescopen moeten meer licht werpen op de vorm van het sterrenstelsel. Ruimtetelescoop Gaia van de European Space Agency is tegelijkertijd bezig met zijn missie om een driedimensionale kaart van ons sterrenstelsel te maken. Met meer metingen van de zware, gasrijke gebieden kunnen de astronomen van binnenuit nog beter bepalen hoe de Melkweg er echt uitziet.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: