In de race naar de eerste quantumcomputer zet Microsoft volop in op de TU Delft. Het Amerikaanse megabedrijf vestigt een lab op de universiteitscampus, met als doel om de gedroomde razendsnelle computer de praktijk in te brengen. Fysicus Leo Kouwenhoven krijgt de leiding over het nieuwe bolwerk.
Gefeliciteerd met de aanstelling! Hoe lang speelde dit al?
‘Microsoft is al jaren partner van ons onderzoeksinstituut QuTech. De eerste brainstormsessies over een lab in Delft vonden in 2012 plaats. Ik was daar vanaf het begin heel enthousiast en vol vertrouwen over. Door enerzijds de grote vooruitgang op het gebied van computerwetenschap en anderzijds de stappen die concurrenten zoals IBM en Google zetten, heeft Microsoft nu definitief besloten het lab op te richten.’
Wat betekent dit voor de huidige onderzoekers bij QuTech?
‘Voor hen verandert er niet zoveel. Ik blijf mijn onderzoeksgroep leiden en de studenten en promovendi blijven hun onderzoek uitvoeren op de universitaire manier, met afstudeerverslagen en proefschriften. De Microsoft-werknemers zullen daar de toegepaste kant aan toevoegen. Die samenwerking zal het onderzoek versterken en vooral versnellen, doordat onderzoekers geholpen worden met extra apparatuur en extra kennis. Ook krijgen studenten de gelegenheid om na hun studie bij Microsoft aan de slag te gaan.
‘Zulke nauwe samenwerking tussen een universiteit en een groot bedrijf is iets nieuws. Vroeger had je wel het NatLab van Philips, maar daar gingen studenten naar de Philips-locatie. Hier komt Microsoft naar de campus. Het is heel uitdagend om deze nieuwe relatie vorm te geven. Ik verwacht geen zware kritiek; wel kritische vragen, maar dat is prima.’
Zal het onderzoek voortaan net als bij Google achter gesloten deuren plaatsvinden?
‘Nee, dan zou Microsoft zich niet op de campus gevestigd hebben. We bevinden ons nu nog in de onderzoeksfase, waarin alles open is. In een volgende fase, als de quantumcomputer daadwerkelijk geproduceerd wordt, zal het werk in het Microsoft-lab mogelijk wel voor een deel geheim blijven.’
Verwachten jullie nog steeds in 2019 een prototype van de quantumcomputer klaar te hebben?
‘Jazeker. We zouden hem zelfs al eerder af kunnen hebben.’
Zijn het de topologische materialen, die de ontdekkers onlangs een Nobelprijs opleverden, waarmee jullie de wapenwedloop gaan winnen?
‘Ja, daar gaan we wel vanuit. Andere methoden zijn goed om een relatief klein aantal qubits te maken, maar kunnen moeilijk de fouten corrigeren die ontstaan bij het opschalen naar duizenden tot miljoenen qubits. Om topologische qubits te creëren gebruiken we majoranadeeltjes. Die deeltjes zijn veel beter bestand tegen opschaling. Wij denken dat de voordelen daarvan op grote schaal de nadelen op kleine schaal teniet zullen doen. Anderen zijn het daar misschien niet mee eens, maar dit is het paard waarop wij wedden.’
Eerder sprak Leo Kouwenhoven op een New Scientist café over de belofte van de quantumcomputer. Bekijk zijn lezing hieronder:
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder:
- Rekenen met quantumbits
- Race om quantumcomputer gaat tussen gevangen ionen en microchips
- 5 vragen over quantumcomputers
- Delftse fysici bouwen zelfcorrigerend onderdeel quantumcomputer
- De quantumcomputer wordt ‘niet een beetje sneller, maar heel veel sneller’
- Intel investeert in Delfts onderzoek naar quantumcomputers
- Delftse eindsprint met nieuw quantumlab