Bepaalde veel voorkomende schimmelsoorten produceren op grote schaal gassen die de ozonlaag aantasten.
Mensen zijn niet de enigen die de ozonlaag aantasten. Schimmels kunnen er ook wat van. Wetenschappers van de University of Pennsylvania ontdekten onlangs dat sommige ondergrondse schimmels aanzienlijke hoeveelheden methylverbindingen de atmosfeer insturen. Deze tasten de ozonlaag aan.
Mycorrhiza-schimmels leven innig samen met plantenwortels. Ze leggen stikstof en fosfor uit de bodem vast en maken die beschikbaar voor de plant. In ruil daarvoor mogen ze suikers uit de plantenwortels aftappen; zelf kunnen ze die niet maken. Bij hun stofwisseling produceren sommige van dergelijke schimmels de schadelijke gassen methylchloride, methyljodide en methylbromide.
Weliswaar produceert één gram schimmels niet meer dan een paar miljoenste gram methylverbindingen per dag, maar mycorrhiza’s komen wereldwijd op zeer grote schaal voor. Ze maken vaak meer dan vijftien procent uit van de biomassa van een bodem. Zo produceren ze toch aanzienlijke hoeveelheden methylverbindingen.
Tot nog toe was de herkomst van een kwart van de ozonlaag-aantastende gassen nog een raadsel voor wetenschappers. Nu een nieuwe natuurlijke bron is geïdentificeerd, rest de vraag voor welk percentage van de totale productie de schimmels verantwoordelijk zijn. “Dit is een interessant voorlopig resultaat”, vertelt dr Kathleen Treseder van de University of Pennsylvania. “Met dit soort kennis kunnen we de lange-termijninvloed van methylverbindingen wellicht beter modelleren. De uitstoot ervan heeft niet alleen effect op het klimaat, maar wordt er ook zelf door beïnvloed.”
Nienke Beintema