Een meteorietinslag ontketende 2,5 miljoen jaar geleden abrupt een ijstijd. Met deze theorie zetten Australische onderzoekers de weinig onderzochte Eltanin-meteoriet volop in de schijnwerpers.
De gevolgen van een meteorietinslag miljoenen jaren geleden waren groter dan geologen tot nu toe dachten: naast een verwoestende tsunami, veroorzaakte de crash een stofwolk die het zonlicht blokkeerde en de wereld de doorslaggevende zet tot een ijstijd gaf. Dat meldden Australische wetenschappers van de University of New South Wales in de Journal of Quaternary Science. Dat 2,5 miljoen jaar geleden een ijstijd begon was al bekend, maar voorheen dachten wetenschappers dat deze koele periode geleidelijk was ontstaan. Volgens James Goff, die het onderzoek leidde, diende de
inslag van de Eltanin-meteoriet juist als abrupte kickstart voor de extreme afkoeling.
Volgens Goff zijn de gevolgen van de Eltanin-meteoriet voorheen flink onderschat. Het wijdverspreide ruimtepuin dat is gevonden laat zien dat Eltanin een doorsnee van zo’n 2 kilometer had. De crash vond plaats in de zuidelijke Stille Oceaan, en is daarmee de enige bekende inslag in diepe wateren. De zuiging van het water voorkwam kratervorming. Goff denkt dat dit gebrek aan een onderzoekbare krater ervoor zorgde dat wetenschappers weinig aandacht hadden voor Eltanin. Onterecht, zegt hij nu, want de gevolgen van de inslag waren ongekend. ‘Bedenk dat het gaat om een object met de grootte van een kleine berg die met gigantische snelheid de diepe oceaan instort,’ zegt Goff. Uit simulaties bleek dat de inslag inderdaad explosief was. Het opbreken van de meteoriet blies een stofwolk ver in de stratosfeer en honderden meters hoge golven vormden een mega-tsunami. De twee effecten zouden samen zorgen voor wereldwijde gevolgen.
Mogelijk bewijs voor de tsunami vonden de Australische wetenschappers in Chili, Australië en Antarctica. In deze gebieden zijn mineralen gevonden die neersloegen in dezelfde tijd dat Eltanin zich de oceaan in boorde. Geologen dachten voorheen dat die neerslag het gevolg was van langzame geologische processen, maar volgens Goffs team was het de tsunami die de mineralen achterliet toen het de gebieden overspoelde.
Met zijn onderzoek hoopt Goff meer kennis te verwerven over meteorietinslagen in de oceaan. Hij wijst erop dat zeventig procent van de aarde uit water bestaat. Inslagen in zee zijn dus zeker voorgekomen en kunnen wellicht ook in de toekomst nog gaan gebeuren.