Uit een vergelijking van de recente bepalingen van het menselijk genoom, volgt dat mensen misschien toch nog meer genen hebben dan gedacht.
Slechts dertigduizend genen heeft de mens, zo concludeerden een half jaar geleden de onderzoekers die het menselijke genoom bepaalden. Dat viel tegen. De fruitvlieg heeft er ruim 13.000, wormen hebben 19.000 genen en de zandraket – een onooglijk plantje – heeft er 25.000. Twee instanties bepaalden het afgelopen decennium het menselijk genoom, namelijk het bedrijf Celera en het Human Genome Project. Zij benutten verschillende methoden voor het ontcijferen van het menselijke genoom.
Onderzoekers van Novartis in San Diego hebben de resultaten van Celera en van het Human Genome Project nog eens goed met elkaar vergeleken. Ze ontdekten dat de resultaten niet gelijk zijn, ofwel dat er een beperkte overlap is. Naar schatting zal het aantal menselijke genen daarom dertig procent groter zijn, ofwel zo’n 42.000. Bovendien is het mogelijk dat er genen in het genoom zijn die beide onderzoeksteam over het hoofd hebben gezien. De Amerikaanse onderzoekers sluiten niet uit dat alsnog het aantal bekende genen in het menselijke genoom zal groeien tot 50.000.