Simulaties tonen dat de Maan waarschijnlijk een restant is van een grote inslag op Aarde.

Supercomputers deden er 24 uur over om de simulatie uit te voeren, maar de uitkomst was het wachten waard. De resultaten laten zien dat een inslag van een Marsachtig hemellichaam op Aarde het ontstaan van de Maan kan verklaren. De gesimuleerde impact vond plaats tijdens de laatste stadia van de vorming van de Aarde. Omdat het model een aanvaring met een relatief klein object vereist, is het statistisch gezien meer waarschijnlijk dan oude simulaties. Deze vereisten een grotere inslag. Ook werkt het nieuwe idee met één botsing in tegenstelling tot oude theorieën die er twee nodig hadden.

Het aarde-maansysteem heeft een paar vreemde eigenschappen die wetenschappers nu beter kunnen verklaren. Zo heeft de Maan een abnormaal lage dichtheid in vergelijking met andere planeten. De verklaring hiervoor is dat de Maan niet de gebruikelijke ijzeren kern heeft. Bij een botsing tussen de Aarde en een hemellichaam dat tien procent van de aardemassa heeft, komt volgens de berekeningen voornamelijk ijzervrij materiaal vrij. Dit is dus een mooie bevestiging van de theorie. Een andere opvallende eigenschap is de snelheid waarmee de Maan om ons heen draait. Theorieën vermoedden dat onze buurman na zijn ontstaan in vijf uur een rondje Aarde aflegde. De simulatie bevestigt dit idee.

De maan speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van leven op Aarde. Door zijn aanwezigheid stabiliseerde het aardmagnetisch veld wat leven mogelijk maakte. Met meer inzicht over het ontstaan van de Maan, krijgen wetenschappers een beter idee over de kans op manen buiten ons zonnestelsel.

Marijn Sandtke