Wereldwijd verkrijgt de aanstaande terugkeer van het Russische ruimtestation Mir in de atmosfeer veel aandacht. In Utrecht bekijken astronomen de val van de Mir met extra aandacht. Aan boord is een door hen gebouwd apparaat.

Het Russische ruimtestation Mir neemt bij terugkeer in de atmosfeer deze maand een röntgentelescoop van Utrechtse makelij mee. Naar verwachting moeten vrijdag 23 maart brokstukken van het ruimtestation in de Stille Oceaan terechtkomen.

De in Utrecht gebouwde telescoop, COMIS, is destijds gebouwd door Stichting Ruimteonderzoek Nederland (SRON) in samenwerking met de Universiteit van Birmingham en. Twaalf jaar lang heeft het instrument gefunctioneerd. Het instrument werd in 1987 gelanceerd aan boord van de aan Mir te koppelen Kvant-module. Projectleider Bert Brinkman: “COMIS heeft niet alleen wetenschappelijk veel opgeleverd, het was voor ons ook een primeur om met de Russen samen te werken.”

COMIS

COMIS, acroniem voor Coded Mask Imaging Spectrometer, was ontworpen om kosmische bronnen van röntgenstraling waar te nemen. Röntgenstraling in het heelal ontstaat bij allerlei uiterst gewelddadige processen, zoals supernova’s, alles verslindende zwarte gaten of neutronensterren. COMIS ontdekte en lokaliseerde maar liefst zeven nieuwe dubbelsterren die röntgenstraling uitzenden. De meeste waarnemingen met COMIS werden gedaan in de eerste jaren aan boord van Mir. Om de telescoop op een object te richten moest het hele ruimtestation gedraaid worden. Toen eind 1990 Mir werd uitgebreid met twee modulen was het station te zwaar om regelmatig te heroriënteren voor de waarnemingen.

COMIS was een belangrijke voorloper van de groothoekcamera’s die SRON ontwikkelde voor de in 1996 gelanceerde Italiaans-Nederlandse satelliet Beppo-SAX. Beppo-SAX ontsluierde veel geheimen rond de mysterieuze gammaflitsen, kosmische superexplosies. Deze satelliet is nog altijd actief.