Oplettende lezers van Natuurwetenschap & Techniek wisten het al, maar nu heeft het ook in Nature gestaan: het superzware element bohrium gedraagt zich zoals verwacht voor een element in Groep VII van het periodiek systeem der elementen. De scheikunde aan superzware elementen is een zeldzaam moeilijke discipline, zo beschreef Darleane Hoffmann in het juli/augustusnummer van Natuurwetenschap & Techniek wetenschapsmagazine. Zij werkt in het Lawrence Berkeley Laboratory aan het onderzoek naar zware, nieuwe elementen. De korte levensduur van de zware elementen maakt het zeer moeilijk om hun chemische gedrag te bestuderen.

Een internationale groep van onderzoekers onderzocht zes atomen van bohrium. Ze maakten er een oxychloride van, dat slechts zeventien seconden bestond. Uit de gemeten vluchtigheid van de verbinding blijkt dat het element bohrium thuishoort in groep VII, naast elementen zoals rhenium en technetium.

Het uitgangspunt van het onderzoek was een doelwit vervaardigd uit de langlevende isotoop berkelium-249. Een Zwitsers cyclotron bestookte dit oppervlak met neon-22-ionen. De botsingsproducten reageerden met zuurstof en waterstofchloride, waarna in een chromatograaf bleek hoe vluchtig het ontstane bohriumoxychloride was. De gemeten temperatuur was 180°C, en dat klopte met de verwachting voor een Groep-VII-element. Aan het eind van het apparaat maten detectoren het radioactieve verval van de metaalkern en bewezen daarmee dat het betreffende element inderdaad bohrium was.