Waarnemingen met de ruimtetelescoop Hubble bevestigen dat de sterrenstelsels Andromeda en Melkweg op ramkoers liggen.

Aan het Space Telescope Science Institute onderzochten astronomen afgelopen jaren beelden van het sterrenstelsel Andromeda, het dichtst bij de Melkweg gelegen sterrenstelsel. Het staat ook bekend als Messier 31 of M31. Weliswaar was bekend dat Andromeda de Melkweg nadert, maar de precieze bewegingsrichting was maar moeilijk in te schatten. De jarenlange observaties hebben nu duidelijk gemaakt dat de twee stelsels elkaar niet kunnen missen.

De Nederlandse astronoom Roeland van der Marel is onderzoekersleider van het project. De astronomen hebben veel baat gehad bij de onderhoudsbeurten die de ruimtetelescoop Hubble heeft gehad. Daardoor beschikten ze over nog scherpere beelden van de naderende Andromedanevel. Ze konden daardoor over een periode van vijf tot zeven jaar minuscule veranderingen in diverse gebieden in het naderende sterrenstelsel volgen.

Het duurt echter nog vier miljard jaar vooraleer de ‘botsing’ gaat plaatsvinden. Nu nog staan de sterrenstelsels ruim twee miljoen lichtjaar van elkaar af. De botsing is al eerder voorspeld, bijvoorbeeld in 2000 door de Canadese astronoom John Dubinski, die op basis van zijn computersimulaties dacht dat het nog slechts drie miljard jaar zou duren.

In oktober 2003 publiceerden we in Natuurwetenschap & Techniek een artikel waarin een termijn van drie á vier miljard jaar werd genoemd. De Melkweg, zo vermeldden we toen, had al eerder botsingen meegemaakt waarbij andere sterrenstelsels waren opgeslokt. Kosmisch kannibalisme komt vaker voor. Uit de waarnemingen van Van der Marel en zijn collega’s blijkt dat waarschijnlijk het kleinere naburige stelsel M33 zich iets later bij de twee botsende giganten zal voegen.