Een nieuw ontdekte dinosaurussoort blijkt grotere nesten te hebben gehad dan het formaat van monstertruckbanden. De eieren van deze dino waren al eerder ontdekt en zijn de grootste dinosauruseieren die we kennen. Ze zijn ongeveer 45 centimeter groot en wegen een indrukwekkende vijf kilo.
Het was lange tijd een mysterie welke dinosaurussoort deze enorme eieren produceerde. Paleontologen ontdekten de eieren begin jaren negentig in de Chinese provincie Henan. Nu, meer dan twintig jaar verder, kregen onderzoekers eindelijk de mogelijkheid om ze te onderzoeken. Ze publiceerden hun onderzoeksresultaten in Nature Communications.
Babydraak
De onderzoekers bestudeerden de botten van een kuiken uit een van de eieren. Deze baby-dino was overleden tijdens het uitbroeden van de eieren. Dankzij het fossiel ontdekten de wetenschappers dat een nieuwe soort van de Oviraptorosauria deze eieren heeft gelegd. Deze grote dinosaurus noemden de onderzoekers Beibeilong, wat in het Chinees babydraak betekent. Het dier leefde tijdens het Krijttijdperk, ongeveer negentig miljoen jaar geleden, en was uitgerust met veren, vleugels en een snavel. Waarschijnlijk was deze dino acht meter lang en woog hij drie ton. Hij zal veel geleken hebben op de kasuaris, een loopvogel die verwant is aan emoes en struisvogels. Alleen was Beibeilong nog een stukje groter.
De gevonden eieren behoren tot een nest waarvan de diameter tussen de twee en drie meter was. Deze nesten konden mogelijk twee dozijn of zelfs meer eieren bevatten. Volgens de onderzoekers zat Beibeilong dan ook te broeden op deze grote nesten. Dit weten ze doordat ze fossielen van kleinere naaste bloedverwanten hebben gevonden die op hun nesten zaten. ‘Het zal een bijzondere verschijning zijn geweest, een dier van drie ton dat op zijn nest met jongen zit’, zegt Darla Zelenitsky, een van de onderzoekers.
Zeldzame baby-botjes
‘Het is bijzonder dat de botjes van de baby-dino intact zijn gebleven’, zegt paleontoloog Femke Holwerda die zelf ook onderzoek heeft gedaan naar dinosaurusnesten. ‘Normaal zijn ze te fragiel en kunnen we hier niks meer van terugvinden. Waarschijnlijk was het nest onder zand bedolven en zijn de beenderen daardoor zo goed bewaard gebleven.’
Volgens Holwerda blijft het alleen wel lastig om te zeggen tot welke soort deze eieren precies behoren. ‘Jonge dino’s lijken namelijk nog niet veel op volwassen dino’s. De schedel die ze hebben gevonden kan wel meer zeggen over de soort dan andere botten, maar het zal nog geen zekere conclusie geven.’
In de toekomst zullen we niet veel grotere dinosauruseieren vinden, denkt Holwerda. Als ze groter zijn, kunnen ze namelijk onvoldoende zuurstof binnen laten en niet genoeg koolstofdioxide naar buiten brengen. Uit dergelijke eieren kunnen daardoor geen levensvatbare dino’s komen. De grote eieren van Beibeilong met daarin een jong blijft daarom een zeldzame ontdekking.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: