De microraptor, een gevleugelde minidinosaurus ter grootte van een duif, had zwarte iriserende veren. De ontdekking is een belangrijk bewijs voor het belang van uiterlijk vertoon in de vroege ontwikkeling van veren.
Onderzoekers van onder meer de universiteit van Peking en de universiteit van Texas onderzochten samen het verenpatroon van de microraptor, die honderdtwintig miljoen jaar geleden leefde. Het dier maakte waarschijnlijk gebruik van de parelmoerachtige glans van iriserende veren om soortgenoten te imponeren en potentiële partners aan te trekken.
Bij moderne vogels spelen opvallende kleuren en een iriserende glans een belangrijke rol in paringsrituelen. Geïriseerde kleuren ontstaan door lichtval op materialen met een verschillende brekingsindex, zoals keratine en melanosomen die in veren voor verschillende pigmenten zorgen. Door onderzoek naar de opbouw en het patroon van melanosomen in veren van moderne vogels, waren de onderzoekers in staat de kleuren en eigenschappen van het goed bewaarde microraptorfossiel te benoemen.
Microraptor behoort tot een groep dinosauriërs met de naam paraves, waaronder bijvoorbeeld ook archaeopteryx en de grotere velociraptor vallen. Deze groep staat aan het begin van de ontwikkeling van vogels zoals wij die nu kennen. Veel paraves hadden dan ook veren, maar dit gaf geen garanties voor hun vliegvermogen. Volgens de bij het onderzoek betrokken paleontoloog Julia Clarke waren paravesleden die een stuk groter werden dan de microraptor, zoals de velociraptor en de utahraptor, dan ook waarschijnlijk zelden of helemaal niet in staat tot enige vorm van vliegen.
De onderzoekers verwachten daarom dat bij microraptors uiterlijk vertoon en dus de decoratieve waarde van hun veren de belangrijkste taak was. Clarke zegt desgevraagd dat ze denkt dat de diertjes zich toch door de lucht konden voortbewegen. Of dit dan echt vliegen was of bijvoorbeeld alleen voorzichtig van een tak af glijden, kan ze niet met zekerheid zeggen.
Maud Etman
Microraptor. Bron: Science/AAAS