Deze pomp kan je hart weer tot leven wekken. Gebrek aan donororganen betekent vaak dat mensen met een hartprobleem sterven terwijl ze op een vervangend hart wachten. Een speciale robot, ontwikkeld om zieke harten langer te laten kloppen, zou nu uitkomst kunnen bieden.
Nikolay Visiyev van het Boston Children’s Hospital, een van de ontwerpers van de robot, hoopt dat zijn uitvinding een hart zelfs helemaal kan genezen. Op die manier zou je ingrijpende harttransplantaties kunnen voorkomen.
Het apparaat bestaat uit een implanteerbare, halfronde band die de beschadigde hartkamer omsluit met een opblaasbare mouw. Het geheel blijft op z’n plek doordat het vastzit aan het kamertussenschot, de stevige muur die de twee hoofdkamers van het hart van elkaar scheidt. Wanneer je de mouw opblaast, knijpt deze in de kamer. Op die manier geeft het apparaat het hart een zet mee tijdens het pompen.
Bloedproppen
De meeste andere apparaten vermijden het beschadigde hart. Door dergelijke apparaten stroomt meestal bloed, zodat antistollingsmiddelen nodig zijn om bloedproppen te voorkomen. ‘Met dat soort antistollingstherapie is het heel moeilijk om de balans te bewaken tussen te veel en niet genoeg’, zegt Vasilyev. Wanneer je die balans niet bewaakt, kan dat leiden tot bloedingen of alsnog tot bloedproppen.
In plaats van om het hart heen te werken, maakt de knijprobot van Vasilyev er daarom juist gebruik van. ‘Conceptueel is het idee heel rechttoe rechtaan en elegant: je helpt simpelweg het hart met pompen’, zegt Peter Friend van de University of Oxford.
Gedwongen training
Die gedwongen training zou het hart bovendien nog veel meer goed kunnen doen. ‘Wij geloven dat deze extra hulp in bepaalde gevallen het hart weer gezond kan maken’, zegt Vasilyev.
‘Hartfalen is een enorm gezondheidsprobleem, maar er bestaat wel bewijs dat het een omkeerbare aandoening is’, zegt Friend. Je ouwe rikketik een handje helpen zou daarom zomaar de sleutel kunnen zijn naar een volledig herstel.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: