De komst van Zhong Zhong en Hua Hua, ’s werelds eerste gekloonde apen, heeft heel wat lastige vragen opgeworpen. Wij geven hier antwoord op een aantal van de zorgen.

Zhong Zhong and Hua Hua, de eerste gekloonde makaken ter wereld, hebben de discussie over klonen nieuw leven ingeblazen
Zhong Zhong and Hua Hua, de eerste gekloonde makaken ter wereld

Zijn straks mensen aan de beurt?
Het korte antwoord is nee – hoewel het natuurlijk iets genuanceerder ligt.

Het is namelijk al eens gelukt om menselijke embryo’s te klonen, namelijk in 2013 door Shoukhrat Mitalipov en zijn collega’s van Oregon Health and Science University. Zij gebruikten hiervoor een vergelijkbare methode die ons de aapjes en Dolly het schaap heeft gebracht. De onderzoekers injecteerden een foetale huidcel een onbevruchte menselijke eicel waarvan de kern was verwijderd. Onder de invloed van bepaalde virussen en een elektrische schok begon het embryo te groeien.

In 2014 presteerden wetenschappers onder leiding van Robert Lanza van het Astellas Global Regenerative Medicine in Marlborough hetzelfde, maar zij gebruikten ditmaal de huidcellen van volwassen mannen. Al is het technisch mogelijk dit soort menselijke embryo’s op deze manier te maken, in Nederland is het vooralsnog verboden. In het Verenigd Koninkrijk mogen ze maximaal 14 dagen bestaan en zeker niet in een draagmoeder worden geplaatst.

Deze embryo’s worden ’therapeutische klonen’ genoemd, omdat ze worden gebruikt om stamcellen te maken die genetisch identiek zijn aan de volwassen cel waarvan ze zijn afgeleid. Hierdoor kunnen onderzoekers meer leren over de embryonale ontwikkeling en ziekteprocessen. Het daadwerkelijk klonen van mensen ter voortplanting is nu illegaal in de meeste landen. En zelfs wanneer iemand het zou proberen is het allesbehalve een eenvoudig proces.

Zhong Zhong en Hua Hua, bijvoorbeeld, zijn net zoals Mitalipovs klonen, gemaakt met behulp van foetale cellen. Zelfs met deze techniek, die als de beste beschouwd wordt die nu voorhanden is, waren ze de enige levendgeborenen van 79 geïmplanteerde embryo’s bij 21 draagmoeders.

De onderzoekers hebben ook geprobeerd volwassen cellen in plaats van foetale cellen te gebruiken, waarvan 181 bevruchte embryo’s in 42 draagmoeders werden geïmplanteerd. Hieruit ontstonden maar twee levende aapjes die snel daarna stierven aan ontwikkelingsstoornissen. Dit slechte resultaat suggereert dat het klonen van volwassen cellen – wat nodig zou zijn om een levend of overleden mens te klonen – een flinke technische uitdaging blijft. Bovendien zouden ontzettend veel geschonken eicellen worden verspild en zwangerschappen mislukken.

Kortom: de ethische, juridische, filosofische en technische hobbels die bij het klonen van een mens komen kijken maken het zeer onwaarschijnlijk dat het gaat gebeuren.

Waarom is het zo moeilijk gebleken om apen te klonen?
Om vooralsnog onduidelijke redenen is het moeilijker om cellen van volwassen apen terug te brengen in hun embryonale staat. Het is wetenschappers al eerder gelukt om 23 andere zoogdieren te klonen, hoewel dat ook niet altijd van een leien dakje ging.

Kunnen we nauwere familieleden, zoals mensapen, klonen?
Dit is momenteel niet mogelijk. Onderzoek naar mensapen is in de meeste landen die de technische mogelijkheden hebben om te klonen verboden of in hoge mate beperkt. De technische en wetenschappelijke uitdagingen zouden ook niet de minste zijn, zoals we bij makaken al hebben gezien.

Zou het mogelijk zijn om een menselijke kloon te maken die is samengesteld uit gekloonde cellen zonder een normale ontwikkeling te doorlopen?
Nee. Wetenschappers ontrafelen langzaam de geheimen van ziekteprocessen en de werking van het lichaam door menselijke organen en weefsels na te bouwen en te bestuderen. Stukjes hersenen, hart en nier groeien al in petrischaaltjes – maar het idee om al deze gekloonde cellen samen te voegen om een heel nieuw persoon te maken is onvoorstelbaar.

Zou je een menselijke kloon zonder hersenen kunnen maken voor reserve-organen of om wetenschappelijke experimenten op uit te voeren?
Ethisch gezien is dit uit den boze en wetenschappelijk bekeken is het onmogelijk. De genen die tijdens de zwangerschap de hersenen opbouwen, zouden namelijk uitgeschakeld moeten worden. Een foetus komt de zwangerschap niet door zonder zijn hersenen – laat staan daarna. De hersenen vormen een belangrijk onderdeel van het hormonale en elektrische circuit van het lichaam, en de hersenstam regelt belangrijke functies zoals de ademhaling. Het is dus zeer onwaarschijnlijk dat een hersenloos lichaam kan worden onderhouden of normaal kan groeien.

Kun je gekloonde, pijnvrije dieren maken voor wetenschappers om op te experimenteren?
Dit zou theoretisch mogelijk moeten zijn als we alle genen die betrokken zijn bij het pijnproces kunnen identificeren en uitzetten. Maar zelfs als dit mogelijk is zouden de genetische modificaties op onverwachte manieren invloed kunnen uitvoeren op andere lichaamsfuncties, waardoor de resultaten van experimenten niet bruikbaar meer zijn.

Hoe zit het met het klonen van bedreigde soorten voordat ze uitsterven?
Dit zou kunnen werken. Een met uitsterven bedreigde bizon, de gaur, werd twee decennia geleden gekloond, maar stierf helaas kort na de geboorte. Ook heeft het Braziliaans natuurbeschermingsbureau Embrapa in 2012 een programma voor het klonen van bedreigde soorten opgesteld, maar het heeft tot nu toe weinig opgeleverd.

Een andere poging om bedreigde dieren te klonen wordt in een laboratorium in Zuid-Korea gedaan. Het lab is opgericht door Woo Suk Hwang, wiens werk aan menselijke gekloonde embryo’s in 2004 frauduleus bleek te zijn, maar die wel succesvol verschillende dieren heeft gekloond, waaronder ’s werelds eerste hond.

Hwang wil verschillende bedreigde diersoorten klonen, waaronder de Ethiopische wolven, Aziatische wilde honden genaamd dholes en Siberische muskusherten. Een belangrijk argument hiertegen is dat het de aandacht afleidt van het aanpakken van de bedreigingen voor alle diersoorten, zoals de vernietiging van leefgebieden door houtkap, stroperij en jacht. Bovendien zou het klonen van bedreigde soorten de genetische diversiteit van de dieren op de lange termijn verminderen.

Kortom: de komst van Zhong Zhong en Hua Hua mag dan een wetenschappelijke mijlpaal zijn – klonen blijft vooral een netelige zaak.

Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.

Lees verder: