De zeespiegel stijgt. Daar is de wetenschappelijke gemeenschap het over eens. Nu blijkt dat die stijging niet constant is, maar jaarlijks versnelt. Dat concluderen onderzoekers aan de hand van 25 jaar aan satellietdata.
De onderzoekers gebruikten de metingen van verschillende satellieten over een periode van 25 jaar. In die tijd steeg de zeespiegel ongeveer 7 centimeter. Die stijging bleek niet met een constante snelheid van krap 3 millimeter per jaar te gaan, maar versnelde jaarlijks met ongeveer 0,08 millimeter per jaar.
Millimeters per jaar
Als die versnelde stijging doorzet, stijgt het waterniveau in 2100 met 10 millimeter per jaar. Dat betekent dat in 2100 de totale stijging 65 centimeter is. Deze getallen lijken op het eerste gezicht klein. Maar dit kan serieuze gevolgen hebben, met name voor steden aan de kust.
De stijging wordt veroorzaakt door de toenemende hoeveelheid broeikasgassen. Die zorgen op twee manieren voor de stijging van de zeespiegel: doordat het water in zeeën en oceanen opwarmt zet het uit. Dezelfde hoeveelheid water neemt dus een groter volume in, waardoor de het zeeniveau stijgt. Daarnaast smelt het landijs door de hogere temperatuur. Dat smeltwater stroomt vanaf het land de zeeën en oceanen in, die daardoor groter worden. Metingen van de twee GRACE-satellieten toonden aan dat de versnelde stijging vooral veroorzaakt wordt door smeltend ijs in Groenland en op Antarctica.
Het berekenen van de precieze versnelling van de stijging van de zeespiegel was een lastige klus. Vijfentwintig jaar aan metingen lijkt genoeg om zelfs zulke kleine verschillen te zien. Maar het smelten van ijskappen is niet het enige wat invloed heeft op het niveau van zeeën en oceanen.
Natuurverschijnselen
Natuurverschijnselen zoals vulkaanuitbarstingen en stormen als El Niños en La Niñas kunnen ook voor een tijdelijke temperatuurverandering en dus voor een stijging of daling zorgen. Zo veroorzaakte de Filippijnse Mount Pinatubo in 1991 daling van de zeespiegel doordat het stof van de uitbarsting de zon blokkeerde. Daardoor koelde de oceaan af en daalde het waterniveau. De onderzoekers corrigeerden voor dit soort natuurverschijnselen met metingen en klimaatmodellen.
‘Dit onderzoek laat de belangrijke rol zien van satellietmetingen bij het valideren van voorspellingen van klimaatmodellen’, zegt coauteur en klimaatwetenschapper John Fasullo van het National Center for Atmospheric Research in een persbericht. ‘En het toont ook het omgekeerde aan: dat klimaatmodellen over verschijnselen zoals vulkaanuitbarstingen belangrijk zijn bij het interpreteren van de satellietdata.’
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: