Sommige vleermuizen gebruiken hun harige tong om nectar uit bloemen te drinken. Nu hebben onderzoekers ontdekt waarom ze daar zo goed in zijn. Hun tongharen zijn bijna perfect geëvolueerd om zo veel mogelijk nectar op te zuigen.
De onderzoekers bekeken dit met behulp van rubberen mallen die vleermuistongen nabootsen. Op die mallen zitten ‘knobbeltjes’ op verschillende afstanden. Deze simuleren de haarachtige uitsteeksels die je op vleermuistongen tegenkomt.
De onderzoekers doopten de mallen in stroperige olie. Terwijl ze de mallen weer uit de olie trokken, maakten ze foto’s. Zo konden de onderzoekers zien hoe snel de vloeistof tussen de ‘haren’ wegstroomde. Ook wogen ze de nep-tongen om te bepalen hoeveel vloeistof er was achtergebleven.
‘Door de haren kunnen de vleermuizen tien keer meer vloeistof opslurpen’, vertelt Alice Nasto, promovendus aan het Massachusetts Institute of Technology.
Vertraagde vloeistof
Het werkt een beetje zoals een honinglepel: een steel met aan het uiteinde een ronde bol met gleuven, gemaakt om honing mee op te scheppen. In de het bolle uiteinde zitten gleuven waardoor de honing langzamer stroomt. Hierdoor kun je meer honing uit een potje scheppen, om bijvoorbeeld op je boterham te smeren. De haren op vleermuistongen werken op dezelfde manier.
Als een vleermuis drinkt, vullen de bloedvaatjes in de tongharen zich met bloed. Hierdoor gaan de haren rechtovereind staan. De ruimtes tussen de stekelige haartjes gedragen zich dan net zoals de gleuven in de honinglepel. Ze houden de nectar tegen, zodat die niet wegglijdt voor het in de vleermuisbek komt. Hoe langzamer de nectar vloeit, hoe meer de vleermuis met elke lik kan oplepelen.
Nasto en haar collega’s bepaalden met behulp van experimenten en wiskundige modellen de optimale haarverdeling voor het vervoeren van nectar.
Niet te dichtbij
‘Je wilt dat de haren zo dicht mogelijk bij elkaar zitten, om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk nectar tussen de haren wegvloeit. Maar als je te veel haren hebt, dan is er weinig ruimte over voor de nectar’, aldus Nasto.
Gemiddeld is een tonghaar van de nectar drinkende vleermuis 0,3 millimeter breed. De onderzoekers ontdekten dat de optimale afstand tussen de haren 0,13 millimeter is. Bij vleermuizen is de gemiddelde afstand tussen de tongharen ongeveer 0,125 millimeter. Zij krijgen per lik dus bijna de optimale hoeveelheid nectar binnen.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: