Deeltjesfysicus Ivo van Vulpen schreef een boek waarin hij het onzichtbare voor iedereen zichtbaar maakt. Van hem mogen wetenschappers zich wel vaker richten op het grote publiek.
Bosonen kwamen eigenlijk nooit in het nieuws. Net zo min als quarks, neutrino’s en de rest van de elementaire deeltjes. Dat veranderde op 4 juli 2012, de dag dat de wereld kennismaakte met het higgsboson, het deeltje dat het standaardmodel compleet maakte. Ineens was iedereen gefascineerd door de onzichtbare bouwsteentjes van de natuur.
Exclusief voor leden van New Scientist geeft Ivo van Vulpen op 8 maart een lezing naar aanleiding van zijn boek. Lees meer
Ivo van Vulpen, die heeft meegewerkt aan ‘de ontdekking van de eeuw’, werd erop gewezen dat hoewel er sindsdien vaak over zijn vakgebied wordt geschreven, er nooit eens goed wordt uitgelegd hoe de deeltjeswereld écht in elkaar zit. En vooral: waaróm die zo in elkaar zit. In zijn boek De melodie van de natuur doet Van Vulpen het daarom maar zelf.
Voor wie is uw boek bedoeld?
‘Artikelen over deeltjesfysica zijn vaak goed, maar vrij kort. Als lezers daarna meer wil weten, komen ze op websites waar ze óf als een klein kind worden behandeld óf als een masterstudent natuurkunde. Mijn boek is bedoeld voor lezers die serieus willen worden genomen, maar ook uitleg nodig hebben van alle relevante begrippen. Ik merk tijdens publiekslezingen dat mensen echt wel nieuwsgierig zijn naar dit soort fundamentele natuurkunde. Die nieuwsgierigheid hoeft alleen maar op de juiste manier geprikkeld te worden.’
Met 320 pagina’s is het een nogal lijvig werk geworden.
‘Dat was eigenlijk niet de bedoeling, maar ik wist niet dat één pagina in Word twee pagina’s in het boek in beslag zou nemen. Ik heb gezocht naar een goede balans tussen diepgaand en begrijpelijk. De enige manier om dat te bereiken, is met veel uitleg, passende metaforen en herkenbare toepassingen.
‘Het had korter gekund, maar dan had ik dingen moeten weglaten. Bijvoorbeeld het stukje over elektriciteit, een verschijnsel dat niemand eigenlijk kan verklaren. Ik vind het heel belangrijk om niet alleen te vertellen hoe iets werkt, maar ook dat dit soort verschijnselen heel vreemd is. DNA bijvoorbeeld, ook heel gek. Hoe verder je in de verborgen wereld van het allerkleinste doordringt, hoe meer verborgen vragen je tegenkomt.’
Het boek staat bol van de beeldspraak: fysici zijn ontdekkingsreizigers, het ene deeltje is een schaap, het andere is David Bowie. Is dat de enige manier om deeltjesfysica begrijpelijk te maken?
‘Niet iedereen heeft die analogieën nodig, maar veel mensen wel. Anders kunnen ze wel de feiten leren, maar niet het verband zien. Analogieën helpen je een begin van een besef te krijgen hoe die vreemde wereld van ons in elkaar zit. Als onderzoeker gebruik ik ze ook om een beeld te krijgen van wat een bepaalde berekening nou eigenlijk betekent.’
Sommige fysici vermijden analogieën juist, omdat ze mensen het idee geven iets te begrijpen, terwijl ze het eigenlijk niet begrijpen.
‘Daar kijk ik heel anders tegenaan. Ik snap dat er tekortkomingen aan analogieën zitten, maar wat moet je anders? Moet je zeggen: breek daar je mooie hoofdje maar niet over? Zonder analogieën kom je niet verder, ook als wetenschappers onderling niet.’
Is het wel uw taak een boek voor het grote publiek te schrijven? Zou u niet beter uw energie steken in de ontdekking van een nieuw deeltje?
‘Wetenschappers schrijven vaak pas een boek als ze met pensioen zijn. Het wordt ook niet gestimuleerd in de academische wereld. Als je carrière wilt maken, kun je je tijd beter besteden aan het schrijven van onderzoeksvoorstellen. Dat is echter niet altijd waar je de wetenschap het meest mee helpt. Kennis delen met de maatschappij is ook belangrijk. Het is niet vanzelfsprekend dat er geld naar wetenschap gaat, ook al denken sommige van mijn collega’s van wel. Ik vond op dit moment het schrijven van een boek belangrijker dan het schrijven van onderzoeksvoorstellen.
‘Ook in praatprogramma’s zie je dat het duiden van wetenschap grotendeels wordt overgelaten aan journalisten. Daar valt veel voor te zeggen en ze doen het erg goed, maar wat mij betreft zou er een wat gezondere balans mogen zijn. Het leuke aan een wetenschapper die zelf aanschuift, is dat je de passie voor het eigen onderzoek ziet.
‘In mijn boek probeer ik ook mijn enthousiasme op anderen over te brengen. Ik wil niet alleen uitleggen wat deeltjes zijn, maar ook hoe wij als fysici ernaar kijken. Hoe we iets dat te klein is om te zien, toch zichtbaar maken.’
Wat wordt, als het aan u ligt, na het higgsboson de volgende grote ontdekking?
‘Ikzelf ben erg geïntrigeerd door het idee dat er extra ruimtedimensies bestaan, of een bijbehorende nieuwe natuurkracht. Ik zou daar minder geld op inzetten dan op bijvoorbeeld de ontdekking van een deeltje dat donkere materie verklaart – het is vooral een eigen fascinatie.’
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: