Als holenberen ontwaakten uit hun winterslaap, werden ze soms aangevallen door Neanderthalers, die zo hun grot afpakten.
‘Neanderthalers joegen op deze holenberen en slachtten ze’, zegt hoofdonderzoeker Marco Peresani van de Universiteit van Ferrara, Italië.
Peresani’s onderzoeksteam deed opgravingen bij de grotten van Rio Secco en Foumane in noord-Italië. Ze analyseerden meer dan 1700 botten, waarvan de meeste toebehoorden aan 50 holenberen die 50.000 tot 43.000 jaar geleden leefden.
Holenberen kwamen veel voor in Europa tijdens de laatste ijstijd, maar zijn nu uitgestorven. Net als grizzlyberen kunnen ze meer dan 600 kilo wegen. ‘Ik denk dat ze de gevaarlijkste zoogdieren van de laatste ijstijd waren’, zegt Peresani.
Neanderthalers en holenberen kwamen elkaar vaak tegen, zegt hij, aangezien ze van dezelfde grotten gebruikmaakten. Het lijkt erop dat de Neanderthalers de strijd om die grotten konden winnen van de holenberen.
Huiden en vlees
De botten uit de opgraving bevatten sporen van snijwerk. Ook vonden de onderzoekers honderden stenen gebruiksvoorwerpen in de grotten. Een aantal botten hadden bijt-afdrukken die passen bij Neanderthaler-tanden, en van sommige botten leek het erop dat ze gekookt waren. Dat gold niet voor een paar lange botten, waarvan de onderzoekers vermoeden dat ze gebruikt waren om het smakelijke beenmerg uit te halen.
De Neanderthalers waren waarschijnlijk vooral uit op de huid van de holenberen, zegt Peresani. Maar berenvlees zou ook een welkome afwisseling kunnen zijn van het steenbokken- en vogelvlees dat de Neanderthalers normaal gesproken aten.
De botten waren afkomstig van volwassen holenberen, welpen en pasgeborenen. Dat is een belangrijke bevinding, aangezien veel beren jongen krijgen tegen het eind van de winter, als ze uit hun winterslaap ontwaken. Neanderthalers moeten de beren dus hebben aangevallen als ze net uit hun winterslaap kwamen, zegt Peresani. De vrouwtjes zouden dan ondanks hun grootte zwak zijn door de bevalling en winterslaap.
Er werden ook penisbotten van beren gevonden in één grot, wat suggereert dat de Neanderthalers soms ook volwassen mannetjes aanvielen.
De Neanderthalers vertrokken waarschijnlijk naar deze grotten in de lente, op hun reis vanaf de vlaktes in Italië. Hier konden ze stenen verkrijgen voor het maken van gereedschap. Als ze eenmaal een holenbeer hadden gedood, konden ze de grot maandenlang gebruiken. ‘Ze waren nomaden’, zegt Peresani. ‘Ze kenden het landschap en de seizoensgebonden bronnen goed’.
Territoriumstrijd
Het holenberen-onderzoek is goed uitgevoerd, zo zegt ook Biancamaria Aranguren van het ministerie van Cultureel Erfgoed en Activiteiten en Toerisme in Florence. Zij toonde zelf recentelijk aan dat Neanderthalers in Toscane vuur gebruikten om gereedschap te maken.
Naast de resten van beren, vonden de onderzoekers ook tanden van een menselijke baby in één van de grotten. Wellicht verloor een Neanderthaler-kind zijn eerste tanden tijdens het kauwen op berenvlees.
Peresani hoopt om DNA uit deze tanden te halen. Dat DNA zou meer kunnen vertellen over hoe de genen van Neanderthalers waren aangepast om de ijstijd te overleven. Ook zou daaruit kunnen blijken of het DNA van de Neanderthalers rond die tijd al vermengd was met dat van de moderne mens.
Het grote aantal botten van holenberen impliceert dat Neanderthalers vaak succes hadden bij het doden van de dieren. Als soort overleefden de holenberen de Neanderthalers echter wel. De laatste betrouwbare datering van Neanderthaler-resten komt van 40.000 jaar geleden. De gevonden grotresten zijn niet veel ouder – de Neanderthalers zijn waarschijnlijk maar een paar duizend jaar later uitgestorven. De holenberen daarentegen bestonden nog tot 20.000 jaar daarna.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: