Meisjes van 8 tot 12 jaar hebben een betere leervaardigheid dan jongens, blijkt uit onderzoek van de VU in Amsterdam. Onderzoeker Marleen van Tetering: ‘Bewust zijn van deze verschillen biedt handvatten voor de omgang met jongens en meisjes op school en thuis.’
Waarin zijn meisjes precies beter dan jongens?
‘We hebben gekeken naar leervaardigheid, het vermogen om nieuwe informatie op te slaan voor korte en langere termijn. Dat heb je bijvoorbeeld nodig om woordjes of tafels te leren. We gebruikten een taak waarbij we kinderen vijftien plaatjes lieten zien. Na het laatste plaatje vroegen we welke plaatjes ze onthouden hadden. Dat herhaalden we nog twee keer, en twintig minuten later vroegen we nog eens welke plaatjes ze konden opnoemen.
‘Dit geeft inzicht in hoe kinderen een onbekende taak aanpakken. Hoe doen ze het de eerste keer? Hoe doen ze het na herhaling, of na een pauze? Meisjes presteerden na de eerste keer iets beter. Jongens hadden meer baat bij herhaling, daarna presteerden ze even goed als meisjes.’
Hoe kan dat?
‘De hersenen zijn volop aan het rijpen op 8- tot 12-jarige leeftijd. Uit hersenonderzoek blijkt dat de hersenrijping iets anders verloopt bij jongens en meisjes. Bij meisjes is de totale omvang van de hersenen op zijn grootst als ze ongeveer 10,5 jaar oud zijn. Bij jongens is dat als ze ongeveer 14 jaar oud zijn. Dit draagt mogelijk bij aan de verschillen tussen jongens en meisjes in hun leervaardigheid.
‘De omgeving speelt ook een belangrijke rol. Er zijn aanwijzingen dat hoger opgeleide ouders over het algemeen een meer motiverende en intellectueel stimulerende omgeving creëren dan lager opgeleide ouders. Kinderen van hoogopgeleide ouders hebben bijvoorbeeld vaak meer mogelijkheden om ervaring op te doen met onbekende spellen, of met het lezen van nieuwe boeken. Daardoor hebben die kinderen meer ervaring met het eigen maken van nieuw materiaal.’
Kunnen leerkrachten en ouders deze resultaten op een of andere manier toepassen?
‘Het is voor zowel ouders als leraren belangrijk dat ze zich bewust zijn van dit soort verschillen tussen jongens en meisjes. Met wat meer herhaling en taakuitleg kunnen sommige kinderen – zoals jongens en kinderen van lager opgeleide ouders – betere prestaties leveren.
‘Als ouder kun je leervaardigheid thuis stimuleren door bijvoorbeeld nieuwe spellen aan te bieden. Zo leren kinderen om te gaan met onbekend materiaal. Ze moeten spelregels onthouden en strategieën bedenken bij onverwachte zetten van de tegenstander.
‘We proberen naar aanleiding van het onderzoek handvatten te bieden aan ouders en leraren. Met die terugkoppeling naar de praktijk zijn we nu heel hard bezig, dat is een belangrijk doel van de projecten waar we nu aan werken.’
Is de slechtere leervaardigheid van jongens ook een reden om de scheiding op schoolniveau bij 12 jaar in twijfel te trekken?
‘Bij die discussie sluit dit onderzoek wel goed aan. We vonden dat de leervaardigheid van jongens op 8- tot 12-jarige leeftijd nog iets achterloopt op die van meisjes. Dit kan samenhangen met de slechtere schoolprestaties van jongens vergeleken met die van meisjes in deze leeftijdsgroep. Hierover is veel gerapporteerd.
‘Als de scheiding in schoolniveau wordt opgeschoven, werkt dat mogelijk in het voordeel van jongens, omdat zij iets meer tijd nodig hebben om hun leervaardigheid net zo goed te ontwikkelen als meisjes.’