Een vreemd zacht zeedier dat meer dan een half miljard jaar geleden leefde, was mogelijk de eerste diersoort op aarde. Dat stellen Australische onderzoekers op basis van harde fossiele bewijzen.

In ons fossielenbestand zijn de vroegste grote complexe organismen – bekend als de Ediacarische biota – ongeveer 570 miljoen jaar oud. Daarmee dateren ze van net voor de Cambrische explosie: de korte periode waarin het dierlijke leven ontstond.

dickinsonia
Is dit onze allereerste voorouder? Beeld: Ilya Bobrovskiy, Australian National University

Door hun vreemde lichaamsvormen wisten wetenschappers tot dusver niet zeker of de Ediacarische biota wel primitieve dieren waren. Het konden ook andere complexe levensvormen zijn, zoals korstmossen of reuzenamoeben. Ook konden de organismen het resultaat zijn van mislukte evolutionaire experimenten.

Nu hebben onderzoekers van de Australian National University vetmoleculen gevonden in 558 miljoen jaar oude fossielen van de Dickinsonia, een van de Ediacarische biota. De vetmoleculen bevestigen dat het een vroege diersoort was.

De onderzoekers haalden de fossielen uit zandsteenkliffen in een afgelegen gebied bij de Witte Zee in Rusland. De cholesterolachtige moleculen die erin bewaard zijn gebleven, vind je in bijna alle huidige diersoorten terug. In andere levensvormen, zoals bacteriën, korstmossen en amoeben, komen ze in veel mindere mate voor. ‘Dat vertelt ons dat dit wezen in feite onze vroegste voorouder is’, zegt onderzoeksleider Jochen Brocks.

Vroege wormen?

Dickinsonia-fossielen zijn in 1946 voor het eerst ontdekt in Zuid-Australië. Ze zijn ovaalvormig, hebben ribvormige segmenten en kunnen meer dan een meter lang zijn. De rotssoorten waarin ze gevonden zijn en hun gebrek aan een skelet wijzen erop dat het zeedieren waren met een zacht lichaam.

LEESTIP: Paleoprofessor Jelle Reumer gidst de lezer langs de rijkdom van natuurhistorische musea in Nederland en Brussel. Bestel het boek in onze webshop

Het is onduidelijk aan welke van de huidige dieren ze het meest verwant zijn. ‘Ze zien er wormachtig uit, maar dat kan slechts een oppervlakkige gelijkenis zijn’, zegt Brocks.

Net als de huidige dieren heeft de Dickinsonia waarschijnlijk cholesterol gebruikt om celwanden te bouwen, zegt Brocks. Volgens hem hebben andere organismen de neiging om andere soorten vetmoleculen te gebruiken.

De cholesterolontdekking is het beste bewijs dat de Dickinsonia een dier was, zegt Emily Mitchell van de Britse universiteit van Cambridge. Volgens haar is het nog wel mogelijk dat hij in de dierenlijn door andere soorten wordt voorafgegaan. ‘We zouden best weleens nog oudere dierenfossielen kunnen vinden’, zegt ze.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.

Lees verder: