Paleontoloog Steve Brusatte schreef een meeslepend boek over hoe dinosauriërs 150 miljoen jaar lang op aarde de lakens uitdeelden.
Boem. Boem. Boem. De aarde schudt wanneer de vervaarlijke poten van een 50-tonner op de grond knallen. Welkom in het late Krijt, de periode waarin de titanosaurus, het zwaarste landdier aller tijden, zijn onwaarschijnlijk massieve lichaam over de aarde torste.
Dit dier, dat meer woog dan een Boeiing 737, is slechts één van de vele dinosauriërs in het boek De opkomst en ondergang van de dinosaurus. Maar het is er wel eentje die rijp lijkt voor de grootste cognitieve valkuil als het om deze dieren gaat: het idee dat dinosauriërs zware, logge dommeriken waren die hulpeloos rondsjokten in afwachting van hun onvermijdelijke uitsterven.
Evolutionaire misbaksels
Op de basisschool had Steve Brusatte nog geleerd dat dinosauriërs ‘evolutionaire misbaksels’ waren, ‘een dood spoor in de geschiedenis van het leven’. Dat beeld zet Brusatte met overtuiging recht in een boek dat tot de nok toe gevuld is met boeiende feiten, persoonlijke anekdotes, grote wetenschappelijke mysteries en veel, heel veel dinosauriërs. Hij beschrijft zo overtuigend hoe paleontologen de resten van deze majestueuze beesten uit de grond pulken, dat je na afloop verbaasd bent dat je geen klei onder je vingernagels aantreft.
Zelfs als je niet zo van dinosauriërs houdt (kan dat?), sleept Brusatte je rücksichtslos mee in zijn aanstekelijke slipstream. ‘Op dit ogenblik wordt gemiddeld elke week ergens ter wereld (…) een nieuw soort dinosauriër ontdekt’, schrijft hij. ‘Laat dat even goed doordringen: elke… week… een nieuwe dinosaurussoort.’
Megarampen
Dinosauriërs trotseerden een onwaarschijnlijke opstapeling van megarampen. Ze doorstonden het openscheuren van het continent, talloze gewelddadige vulkaanuitbarstingen, ruige klimaatwisselingen en immense natuurbranden; stuk voor stuk zaken die hun rivalen de kop kostten. ‘Een mysterie waarvan ik bijna letterlijk ’s nachts wakker lig’, schrijft Brusatte.
Met dat soort overpeinzingen plaatst Brusatte je bovendien ineens in de voorhoede van de moderne paleontologie. Hij laat je als lezer meepiekeren over oermysteriën waar niemand nog antwoord op weet.
De opkomst en ondergang van de dinosaurus blijkt een van de mooiste wetenschapsboeken van het jaar. Je moet echt een enorme dinohater zijn als Brusatte je niet kan fascineren voor de imposante wezens die hier 150 miljoen jaar lang de dienst uitmaakten.