Een theoretisch natuurkundige, een taalwetenschapper en een chemicus kregen vandaag een NWO-Spinozapremie, de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland. De laureaten ontvangen ieder 2,5 miljoen euro voor verder onderzoek.

Met de Spinozapremies belospinozaont de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) jaarlijks drie wetenschappers die baanbrekend werk hebben verricht in hun onderzoeksgebied. Dit jaar lauwerde de Spinoza-commissie Michail Katsnelson, Bert Weckhuyzen en Piek Vossen voor hun onderzoek naar respectievelijk grafeen, katalysatoren en wordwebs.

Katsnelson, hoogleraar theoretische fysica aan de Radboud Universiteit, ontvangt de prijs voor zijn onderzoek naar grafeen.  Het werk van Katsnelson lag ten grondslag aan vrijwel alle ontdekkingen en voorspellingen de bijzondere stof. André Geim, die in 2010 de Nobelprijs voor de ontdekking van grafeen ontving, noemt Katsnelson’s werk onmisbaar.

Grafeen, een materiaal dat bestaat uit een enkele laag koolstofatomen, heeft een paar ongewone eigenschappen. Het is een van de sterkste materialen en het geleidt elektriciteit zeer goed. Daarmee zijn ineens zeer veel nieuwe toepassingen denkbaar, bijvoorbeeld in snelle computerchips.

De Utrechtse hoogleraar anorganische chemie Bert Weckhuysen krijgt een premie voor zijn werk aan katalysatoren, stoffen die chemische reacties versnellen. Katalysatoren zijn betrokken bij de productie van bijna alles wat we dagelijks gebruiken, zoals brandstoffen en medicijnen.

Weckhuysen richt zich op het begrijpen en ontwikkelen van nieuwe of verbeterde katalysatoren. Hij is een van de grondleggers van in-situ– spectroscopie, het volgen van katalysatoren terwijl ze hun werk doen. Door de werking van katalysatoren driedimensionaal in beeld te brengen, kon de onderzoeksgroep van Weckhuysen vaststellen waarom de stoffen na verloop van tijd minder goed gaan werken.  Met die informatie konden ze chemische processen aanpassen zodat ze efficiënter verlopen. Zo konden de onderzoekers bijvoorbeeld de energieopbrengst uit biomassa, fossiele brandstoffen en zonnecellen sterk verhogen.

De derde Spinozapremie gaat naar Piek Vossen, hoogleraar computationele lexicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Vossen maakte zogeheten wordnets, netwerken waarin alle woorden van een taal verbonden zijn op basis van betekenis. Vervolgens koppelde hij die aan logische definities van concepten, wat computers in staat stelt te redeneren.

Met zijn wordnets legde Vossen de basis voor systematisch onderzoek naar de verschillen, overeenkomsten en betekenissen in talen. Daarmee bracht hij taalkundige kwesties en hun technische oplossingen samen. Zo bouwde zijn team een telefonisch gesprekssysteem voor gemeenten dat ingesproken vragen kan afhandelen. Een computersysteem van zijn hand, de geschiedenisrecorder, kan nieuwe en oude nieuwsberichten koppelen en zo patronen herkennen in de geschiedenis.