Onderzoeker Judy Mikovits is gearresteerd voor de diefstal van gegevens van het lab waar ze was ontslagen. Het is de bizarre nasleep van een wetenschappelijke controverse over de oorzaak van het chronischevermoeidheidssyndroom.
De theorie dat er een verband is tussen het XMRV-virus en het chronischevermoeidheidssyndroom (CVS) is na twee jaar definitief in de prullenbak beland. Het bewijs voor dit controversiële verband, dat Judy Mikovits twee jaar geleden publiceerde, was zeer waarschijnlijk gebaseerd op besmet onderzoeksmateriaal. Dat stelt in ieder geval een onderzoek dat Science eind september online publiceerde. Voor CVS-patiënten is dat een teleurstelling, de oorzaak van de slopende vermoeidheid waaraan ze lijden blijft helaas onverklaard. Mikovits is ontslagen door het Whittemore Peterson Institute. Nu is ze ook nog eens aangeklaagd voor diefstal, omdat ze haar onderzoeksdata heeft meegenomen en die niet wil delen met andere onderzoekers.
De kiem van de XRMV-theorie wordt gelegd in 2007. Mikovits ontmoette toen op een congres dr Robert Silverman. Mikovits was net benoemd tot onderzoeksleider bij het met privéfondsen opgerichte Whittemore Peterson Institute in het Amerikaanse Reno, dat zich richt op het ontdekken van de oorzaak van CVS. Op het congres sprak Silverman over zijn ontdekking van een nieuw virus bij mensen, XMRV genaamd (xenotropic murine leukemia virus-related virus), dat verwant is aan muizenvirussen. Mikovits en Silverman raakten aan de praat over de mogelijke rol van het nieuwe virus in CVS. Ze besloten samen met dr Francis Ruscetti, een oud-collega van Mikovits, te onderzoeken of het virus bij CVS-patiënten voorkomt.
Aannemelijk
De resultaten waren indukwekkend: in 67 procent van 101 geteste CVS-patiënten was DNA van het virus aanwezig, terwijl het maar in 3,7 procent van de gezonde proefpersonen voorkwam. Daarnaast bevatte het patiëntenbloed antistoffen tegen het virus en vonden de onderzoekers virusdeeltjes die afkomstig waren uit bloedcellen. Dat bewees weliswaar niet dat XMRV de ziekte veroorzaakte, maar maakte het wel aannemelijk. Science publiceerde de resultaten in oktober 2009.
Veel CVS-patiënten zagen Mikovits als een redder in nood: eindelijk had iemand een biologische oorzaak voor hun ziekte gevonden. Al jaren kregen ze immers te horen dat hun aandoening psychisch was, maar met een biologische oorzaak lag de aandoening niet aan henzelf en gloorde er hoop op een medicinale behandeling van hun kwaal.
Vanuit wetenschappelijke kringen volgde al snel kritiek. De gebruikte onderzoekstechniek, PCR (polymerase chain reaction), is erg gevoelig voor besmettingen. De PCR-techniek vermenigvuldigt een specifiek stukje van een DNA-molecuul miljarden keren zodat het meetbaar is, maar kan dat ook doen met een gelijkend stukje DNA waarmee een monster vervuild is. De studie was bovendien niet geblindeerd uitgevoerd, de onderzoekers wisten van tevoren welke monsters van patiënten afkomstig waren.
Ook de Amerikaanse CVS-patiëntenorganisatie waarschuwde tegen te veel enthousiasme. Al eerder waren andere virussen verdacht van het veroorzaken van CVS, maar die bleken bij nader onderzoek onschuldig.
Bloedmonsters
Drie onafhankelijke onderzoeksgroepen, twee Britse en een Nederlandse, meldden begin 2010 dat ze het virus niet konden vinden bij CVS-patiënten. Volgens Mikovits kwam dat omdat ze niet precies dezelfde methode gebruikten. Prof dr Jos van der Meer, de leider van het Nederlandse onderzoek aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, stuurde Mikovits vervolgens tien bloedmonsters die in Nijmegen negatief getest waren. In drie van deze monsters was volgens Mikovits het virus aanwezig.
Wat ze niet wist, was dat zeven monsters afkomstig zijn van CVS-patiënten en drie van gezonde controles. Eén van die controles was door haar ook positief getest. In Nijmegen kon het virus wel worden aangetoond in monsters afkomstig van Mikovits, maar niet in het bloed van de Nederlandse patiënten. Aan de gebruikte methode kon het dus niet liggen. Van der Meer: ‘Hiermee werd ons vermoeden bevestigd dat het patiëntenmateriaal in het laboratorium van Mikovits besmet is geraakt”.
De controverse gaat in de zomer van 2010 een volgende fase in als twee andere laboratoria, van de Amerikaanse overheidsinstituten FDA (Federal Drug Administration) en NIH (National Institutes of Health), zeggen dat ze het virus wel kunnen aantonen in hun patiënten. Ze vinden echter niet XMRV, maar een verwant virus, een muizenleukemievirus (MLV), zodat ze Mikovits’ resulten tegenspreken. Als volgens haar XMRV zo vaak voorkomt bij CVS-patiënten, waarom vinden anderen het dan niet?
Ondertussen zaagden steeds meer onderzoeksgroepen aan de poten onder de theorie. Een commercieel verkrijgbaar enzym voor de PCR-techniek, gebruikt om DNA van het virus aan te tonen, bleek besmet met DNA van MLV. Verder was de DNA-volgorde van het virus iedere keer vrijwel hetzelfde, terwijl in dit soort virussen in de natuur snel kleine mutaties voorkomen. Tot slot volgde het bericht dat XMRV mogelijk jaren geleden is ontstaan in een laboratorium, toen onderzoekers menselijke cellen kweekten in muizen die drager van MLV waren. Doordat die cellen naar vele laboratoria zijn gestuurd, kon het virus zich ongemerkt verspreiden, zonder dat het ooit echt mensen infecteerde. Al met al groeide het aantal aanwijzingen dat Mikovits’ resultaten berustten op in het laboratorium besmette monsters.
In september 2011 trokken de auteurs het originele artikel gedeeltelijk terug. Silverman, een van de co-auteurs van het eerste artikel, had ontdekt dat het patiëntenmateriaal dat hij van Mikovits had gekregen, besmet was met DNA van XMRV. Hij laat in het midden of de besmetting in zijn laboratorium heeft plaatsgevonden, of bij Mikovits.
Doorslaggevend
Tegelijkertijd verscheen in Science het doorslaggevende bewijs. Negen laboratoria, waaronder die van Mikovits en haar oud-collega Ruscetti, hadden elk met hun eigen methode geprobeerd de aanwezigheid van het virus aan te tonen in het bloed van dezelfde CVS-patiënten die eerder positief getest zijn, en gezonde proefpersonen die eerder negatief waren. Dit keer wisten de onderzoekers vooraf niet welk monster van een patiënt afkomstig is. Mikovits en Ruscetti konden als enigen het virus aantonen, maar niet bij dezelfde patiënten. Bovendien vonden ze het virus even vaak bij de gezonde proefpersonen als bij de patiënten. Conclusie: de onderzoekers kunnen de aanwezigheid van het virus niet reproduceerbaar in het bloed van CVS-patiënten aantonen.
Mikovits dacht er in september het hare van. Volgens haar kon het virus zich na een infectie terugtrekken uit het bloed en zich verschuilen in weefsels, zoals gevonden is bij apen die met XMRV besmet waren. Ook verklaarde ze toen dat het niet om XMRV ging, maar om verwante virussen. Ze was dan ook vastbesloten om door te gaan met haar onderzoek. Het Whittemore Peterson Institute haalde een streep door dat voornemen en ontsloeg Mikovits in oktober. Een maand later werd ze gearresteerd op verdenking van achterhouden van labjournaals en gegevens, iets wat ze ontkent.
Zaak gesloten, aldus de meeste wetenschappers, alhoewel het conflict tussen Mikovits en haar voormalige werkgever in de rechtbank wordt voortgezet. CVS-patiënten blijven helaas in onzekerheid over de oorzaak van hun symptomen. Van der Meer: “Het is goed om te blijven zoeken naar een persisterend virus, maar je moet wel zeker zijn van je zaak voordat je het publiceert”.
Astrid Danen