Onderzoekers hebben een verrassende ontdekking gedaan bij de resten een vrouw die rond 1100 na Christus werd begraven bij een klooster in Midden-Duitsland. In de versteende tandplak van de vrouw blijken pigmentresten van lazuursteen te zitten. Dat is een peperdure, intens blauwe kleurstof die werd gebruikt bij het illustreren van middeleeuwse manuscripten.

Over het algemeen gaan geschiedkundigen ervan uit dat vrouwen nauwelijks een rol speelden bij het maken van middeleeuwse manuscripten. Volgens de onderzoekers geeft hun vondst reden om daaraan te twijfelen. Zij vermoeden dat de kloostervrouw met de lazuursteen in aanraking kwam omdat zij manuscripten verrijkte met illustraties. ‘Gezien de verdeling van het pigment in haar mond, concludeerden we dat zij met het pigment schilderde en daarbij aan het puntje van haar penseel likte’, zegt microbioarcheoloog Monica Tromp van het Max Planck-instituut voor de geschiedenis van de mens. Zo kon de vrouw een mooi puntje aan het penseel krijgen om nauwkeurig te werken.

De onderkaak van de middeleeuwse vrouw. Beeld: Christina Warinner
De onderkaak van de middeleeuwse vrouw. Beeld: Christina Warinner

Blauwe deeltjes

De onderzoekers waren niet op zoek naar pigment in de tandplak. ‘Dat kwam als een complete verrassing’, zegt mede-onderzoeker Anita Radini van de Universiteit van York in een persverklaring. Toen het onderzoeksteam de versteende tandplak van de vrouw oploste, ‘kwamen er honderden kleine blauwe deeltjes vrij’, aldus Radini.

Na analyse met onder ander röntgenspectroscopie bleek het te gaan om de pigmentresten van lazuursteen. In de middeleeuwen werd lazuursteen gebruikt om het pigment ultramarijn te maken. Het spul was net zo kostbaar als goud en zilver.

lapis lazuli
Deeltjes lapis lazuli in de tandplak. Beeld: Monica Tromp

Middeleeuwse begraafplaats

De onderzoekers deden de vondst op een middeleeuwse begraafplaats van een klein vrouwenklooster in Midden-Duitsland. Hier woonden waarschijnlijk steeds zo’n veertien vrouwen, vanaf de oprichting in de tiende eeuw na Christus tot de sluiting van het klooster na een brand in de veertiende eeuw. De vrouw met de pigmentvlekken in haar tandplak was tussen de 45 en 60 jaar oud toen ze stierf.