Via radioactieve deeltjes die vrijkwamen bij kernproeven kun je illegaal ivoor opsporen. Dat concluderen onderzoekers nadat ze koolstofratio’s in dierweefsels vergeleken met de ‘bom-curve’.
Sinds 1989 geldt een internationaal handelsverbod op ivoor. Als het materiaal na dat jaartal is gestroopt, is het in principe illegaal. De ouderdom van het ivoor is echter lastig te bepalen, waardoor handelaren tamelijk ongehinderd hun gang kunnen gaan en jaarlijks een geschatte 60.000 olifanten stropen.
De leeftijd van ivoor blijkt nu toch nauwkeurig te bepalen, meent een internationaal onderzoeksteam dat samenwerkt met stichting Save the Elephant. De onderzoekers gebruikten hiervoor een isotoop van koolstof, genaamd koolstof-14. Dit radioactieve deeltje ontstaat door kosmische straling in de atmosfeer en komt via fotosynthese terecht in de voedselketen – en daarmee ook in dierlijk weefsel zoals slagtanden.
De onderzoekers schrijven in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences dat ze de verhouding tussen koolstof-14 en normaal koolstof in een aantal weefsels spiegelden aan de zogeheten bom-curve. De curve beschrijft de verhouding van radioactief koolstof in de atmosfeer, en laat een opvallende piek zien in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. De reden van de piek? De vele kernproeven die de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tussen 1945 en 1965 uitvoerden.
Het gebruik van de bom-curve om de ouderdom van ivoor te bepalen is al langer bekend. Tot nu toe was echter niet duidelijk of de methode daadwerkelijk nauwkeurig genoeg is om te gebruiken bij het opsporen van illegale handel. Door de ouderdom van 29 verschillende stukken weefsel, zoals haren en tanden, tot op de anderhalf jaar nauwkeurig te bepalen leveren de onderzoekers bewijs dat de methode werkt. Volgens de Amerikaanse chemicus Kevin Uno, de leider van het onderzoek, is de meetmethode een goedkope en toegankelijke manier voor overheden om ivoor te dateren. ‘Het heeft directe toepassingen in het gevecht tegen de illegale verkoop en handel in ivoor’, meldt Uno in een persverklaring.