Binnenin een meteoriet is een splinter van een komeet gevonden. Voordat deze meteoriet op aarde belandde was het onderdeel van een oeroude planetoïde. Het flintertje komeet dat deze buitenaardse steen bevat, kan inzicht bieden in de manier waarop interplanetaire ruimtestenen ontstonden.
De meteoriet LAP 02342 is in 2002 gevonden in Antarctica, op de ijsvlakte LaPaz. Het is een stuk steen van ruim 40 gram zwaar en 3 centimeter groot. Toen de onderzoekers het openspleten, ontdekten ze een splintertje van ongeveer een tiende millimeter dat er anders uitzag. Na een uitgebreide chemische analyse bleek dat dit stukje een compleet ander materiaal is. Het heeft dezelfde samenstelling als kometen. Dat is verrassend omdat de rest van de meteoriet bestaat uit planetoïdemateriaal.
Nog nooit eerder is er een meteoriet gevonden waarin materiaal van een komeet én van een planetoïde gevonden is.
Draaiende ruimtestenen
Kometen en planetoïden hebben veel overeenkomsten. Het zijn allebei ruimtestenen die in een baan om een ster draaien. De planetoïden en kometen in ons zonnestelsel ontstonden in de perioden dat de planeten vormden uit de planetaire schijf rondom de jonge zon.
Het grootste verschil tussen de twee is de plek in het zonnestelsel waar ze ontstaan zijn. Planetoïde zijn redelijk dicht bij de zon ontstaan (in de buurt van Jupiter of verder naar binnen). Kometen ontstonden in de buitenste regionen van het zonnestelsel, waar het veel kouder is. De meeste bevinden zich nog steeds ver buiten de baan van dwergplaneet Pluto, in de Kuipergordel of mogelijk de Oortwolk. Daardoor bevatten kometen meer bevroren water. Ook bestaan ze voor een veel groter deel uit koolstof dan planetoïden. Die laatste bevatten vooral silicaten en soms een beetje ijzer en nikkel.
Door de samenstelling van meteorieten te bestuderen, wordt bepaald of het brokstuk afkomstig is van een komeet of een planetoïden.
Opgeslokt
De meteoriet LAP 02342 is een zogeheten ‘koolstofhoudende chondriet’. Deze soort is te herkennen aan de relatief hoge concentratie koolstof. Dat betekent dat het waarschijnlijk afkomstig is van een oude planetoïde die een paar miljoen jaar na het ontstaan van het zonnestelsel vormde, lang voordat de planeten ‘af’ waren.
De komeetsplinter in de meteoriet bevat ruim tien keer meer koolstof dan het al relatief koolstofrijke omringende gesteente. Het moet dus wel komeetmateriaal zijn. Waarschijnlijk is dit komeetfragment vanuit het buitengebied naar het binnenste van het zonnestelsel geslingerd. Zo kwam het te dicht in de buurt van een groeiende planetoïde terecht en werd het opgeslokt.
Miljoenen jaren heeft deze planetoïde door het zonnestelsel bewogen, tot hij te dicht bij de aarde kwam. Daar verbrandde hij grotendeels in de atmosfeer waarna een klein brokstuk overbleef en op aarde landde. Die eindigde ten slotte onder de (elektronen)microscoop van onderzoekers.
Begindagen zonnestelsel
‘Dankzij deze ontdekking weten we dat komeetmateriaal dat in het begin van het zonnestelsel ontstond niet enkel in de buitenste regionen bleef. Het werd kennelijk ook naar binnen geslingerd’, zegt een van de auteurs, Larry Nittler van de Carnegie Institution of Washington. ‘En dit gebeurde op het moment dat de planetoïde van LAP 0342 ontstond. Dit geeft ons een kijkje in de begindagen van het zonnestelsel.’
Nu we er één gevonden hebben, gaan we op zoek naar meer meteorieten met komeetsplinters, zegt Nittler. ‘Daarmee hopen we meer vragen te beantwoorden, zoals: komen komeetsplinters vaker voor in bepaalde soorten meteorieten? En: verschillen de komeetsplinters in meteorieten van het hedendaagse komeetstof in het zonnestelsel?’