Sinds enkele jaren is hij regelmatig in het nieuws: de 3D-printer. Onlangs rapporteerden we nog dat deze technische doorbraak minuscule batterijtjes kan printen – zo groot als zandkorrels. En binnenkort zal de printer zelfs zijn aardse geboorteplaats verlaten wanneer ook het ISS overstapt op de 3D-printtechniek.
Je zou denken dat het ooit saai wordt, dat 3D-nieuws. Heeft de 3D-printmania zijn beste tijd niet gehad? Ik speelde even met die gedachte, maar kwam er direct op terug toen ik het nieuwste kunstje de printer zag in de bovenstaande video. Een printer kan nu ook vloeibaar metaal printen, en opent daarmee de deur voor allerlei flexibele, goedkope en snel produceerbare elektronica.
Het technische intermezzo luidt als volgt: de druppels ‘inkt’ zijn een legering van gallium en indium. Dit materiaal is vloeibaar bij kamertemperatuur. Wanneer het in contact komt met de lucht, vormt het aan de buitenkant een dun velletje – vergelijkbaar met het velletje dat op een mok afkoelende warme melk verschijnt. Het laagje is sterk genoeg om de druppel bijeen te houden. Door de druppels te stapelen is een mooi 3D-bouwwerk te maken.
De makers lieten voor het bouwwerk in deze video de vloeistof uit een dunne naald druppelen, maar het is een eitje om die naald om te ruilen voor een printkop. Wanneer dat is gelukt, zal elektronica ‘gewoon’ uit de printer rollen.
Het enige nadeel van het systeem is het prijskaartje. Het gallium en indium-mengsel is honderd keer zo duur als printplastic. Het zal dus nog wel even duren voordat de 3D-metaalprinter een huis-tuin-en-keuken-item is.