De mens loopt rechtop doordat miljoenen jaren geleden een naburige ster is ontploft. Dat stellen twee Amerikaanse sterrenkundigen in een publicatie in het Journal of Geoscience. De conclusie is minder absurd dan die klinkt, maar leunt wel op behoorlijk wat aannames.

Adrian Melotta van de University of Kansas en Brian Thomas van de Washburn University kwamen op het idee door de resultaten van eerdere onderzoeken te verbinden. Allereerst ontdekten onderzoekers in 2016 een laag in de zeebodem die een zeldzame vorm van ijzer bevat, namelijk ijzer-60. Dat is een variant van het ijzeratoom – een isotoop – met wat meer neutronen dan gebruikelijk.

IJzer-60 komt van nature niet op aarde voor. Mede op basis van deze aanwijzing vermoeden astronomen dat onze planeet 2,6 miljoen jaar geleden is getroffen door de restanten van een ontploffing van een zware ster. Deze supernova-explosie moet op enkele honderden lichtjaren (een paar biljard kilometer) van de aarde hebben plaatsgevonden. Vermoedelijk was die onderdeel van een langere reeks supernova’s, die zo’n acht miljoen jaar geleden begon.

Honderden lichtjaren klinkt misschien ver weg, maar voor astronomische begrippen is het om de hoek. Alle supernova’s die we tot nu toe vanaf de aarde hebben waargenomen, bevonden zich op duizenden tot miljoenen lichtjaren afstand.

Elektronen wegbeuken

De Amerikaanse sterrenkundigen onderzochten wat zo’n relatief nabije supernova-explosie voor effect heeft op de atmosfeer van de aarde. Bij een supernova komt straling vrij die, wanneer die de aardatmosfeer bereikt, elektronen uit hun atomen wegbeukt. Normaal gebeurt dat proces van ‘ionisatie’ alleen in de bovenste lagen van de atmosfeer, maar wanneer de supernova dichtbij genoeg plaatsvond, dringen de deeltjes met de meeste energie ook tot de onderste lagen door.

De sterrenkundigen berekenden dat de kosmische straling van de nabije supernova leidde tot vijftig keer zoveel ionisatie als normaal in de onderste lagen van de aardatmosfeer. Met andere woorden: er kwamen plotseling een heleboel elektronen vrij.

Vrije elektronen in de atmosfeer zorgen ervoor dat bliksemstralen vanuit wolken op de grond terechtkomen. Volgens de sterrenkundigen zorgde de supernova dus voor een flinke toename aan blikseminslagen.

Dieren spotten

Maar wat heeft dat nu te maken met rechtop lopende mensen? Nou, de talrijke blikseminslagen leidden tot meer bosbranden. Die toename aan bosbranden volgt ook uit sporen van roet en houtskool die in miljoenen jaren oude sedimentlagen zijn gevonden.

Door die branden veranderde de bosrijke omgeving extra snel in een savanne – een graslandschap met verspreide boomgroei. In zo’n landschap is het gunstig om rechtop te lopen. Allereerst omdat je zonder bomen om in te klimmen boven het gras moet kunnen uitkijken om roof- en prooidieren te spotten. Bovendien kun je rechtop lopend makkelijker voorraden van de ene vruchtbare plek naar de andere verplaatsen.

Onbewezen verbanden

Een van de kanttekeningen bij deze conclusie is dat er al veel eerder dan 2,6 miljoen jaar geleden mensen waren die rechtop liepen. De eerste sporen daarvan zijn zo’n 4,4 miljoen jaar oud. De sterrenkundigen stellen daarom dat de supernova niet aan de basis staat van onze verandering van vier- naar tweevoeters, maar dat ze die verandering wel heeft gestimuleerd.

Ook die conclusie leunt echter op nogal wat onbewezen verbanden. Zorgde de supernova voor voldoende extra bliksemslagen om echt een drastische toename aan bosbranden te veroorzaken? Of hadden die bosbranden vooral andere oorzaken? En was het landschap niet ook zonder die bosbranden veranderd in een savanne? En in hoeverre heeft het nieuwe landschap daadwerkelijk bijgedragen aan het proces van rechtop lopen, dat al miljoenen jaren aan de gang was?

Zonder ontploffende of botsende sterren hadden we op aarde geen elementen zwaarder dan ijzer gehad – dus geen koper, lood en goud. Maar de conclusie dat we vanwege één supernova op twee benen lopen, is vooralsnog moeilijk overeind te houden.