Lowlands staat bekend om zijn jonge, progressieve en open publiek. Onderzoekers van het Radboudumc maken daar graag gebruik van. Op Lowlands Science hopen kinderuroloog Barbara Kortmann en collega’s erachter te komen hoe het meest private lichaamsdeel van de festivalbezoekers eruitziet, en of ze dat eigenlijk wel weten.

Jullie gaan aan Lowlandsgangers vragen hoe hun geslachtsdeel eruit ziet?  

‘Ja. En daarna vragen we: ‘Hoe tevreden ben je ermee?’ Zo kunnen we de link leggen tussen uiterlijk en tevredenheid.’

Waarom willen jullie dat weten?

‘In het Radboudumc hebben we een expertisecentrum op het gebied van variaties in geslachtelijke ontwikkeling. Sommige kinderen die we behandelen zien er niet standaard als jongetje of als meisje uit, maar net een beetje anders. Wij begeleiden die kinderen en hun ouders.

‘We krijgen soms heel bezorgde ouders, die vragen: ‘Kun je dat niet maken zoals een ‘normaal’ jongetje, zodat mijn kind onbezorgd kan opgroeien, onbezorgd kan douchen bij de voetbalclub, maar ook onbezorgd kan beginnen aan z’n seksualiteit, als hij voor het eerst uit de kleren gaat waar iemand anders bij is?’

‘Maar eigenlijk weten we niet goed hoe belangrijk mensen het vinden hoe hun eigen geslachtsdeel eruit ziet, of dat van hun seksuele partner. En hoe goed ze daar eigenlijk naar kijken. We vragen ons af of die bezorgdheid nog wel terecht is. En of je met wat variaties niet ook prima overweg zou kunnen.’

Dus het is ook maar de vraag wat normaal is?

‘Ja. De tijd is veranderd, omdat jongeren heel veel kunnen zien en vinden op het internet, veel zelf bezig zijn met sociale media, en elkaar foto’s sturen. We vragen ons af of dat er ook voor zorgt dat jongeren anders tegen deze variaties aankijken.

‘Wordt het belangrijker of wordt het juist, doordat we er opener over kunnen praten, minder belangrijk? We weten eigenlijk niet hoe een groot deel van de jongeren daar nu over denkt. Uiteindelijk willen we die bezorgde ouders beter raad kunnen geven, en kunnen zeggen ‘we weten van de jongeren dat ze vaak die kleine variaties helemaal niet zien, of dat het er niet echt toe doet in relatie tot hoe tevreden ze zijn met hun geslachtsdeel’. Of juist wel natuurlijk.’

Gaan mensen wel eerlijk antwoorden als je vraagt naar hun geslachtsdeel? Het is misschien toch een gevoelig onderwerp.

‘De deelnemers beantwoorden de vragen alleen, en geheel anoniem. Een professionele tekenaar heeft tekeningen van de verschillende voorkomende variaties in geslachtsdelen gemaakt. Bijvoorbeeld als aan een vrouw gevraagd wordt ‘welk plaatje lijkt het meest op hoe het er bij jou uitziet wat betreft de binnenste schaamlippen?’, dan zijn er vijf plaatjes. Die variatie bestaat gewoon op die manier bij vrouwen, dus ik vermoed dat deelnemers dat redelijk kunnen aangeven als ze moeten kiezen.

‘We hangen de plaatjes in onze onderzoekruimte op, om de deelnemers te laten zien hoeveel variatie er daadwerkelijk is. Dat is ook een belangrijk doel van deze studie: laten zien dat er meer is dan de ideaalplaatjes die je vindt als je op internet ‘penis’ of ‘vagina’ intypt. Dat is niet de normale variatie. En als dat het enige is dat je ziet als je opgroeit, krijg je een enorm vertekend beeld van wat ‘normaal’ is. Daardoor krijgen jongeren ook het idee dat ze moeten voldoen aan de norm zoals ze die online hebben gezien. Een deel van onze boodschap is dan ook: zoveel variatie is er, dat is normaal en hoort er allemaal bij.’