Hahaha, die gekke professor Zhang. In Beijing blijkt deze malle Chinese rijkaard bovenop een flatgebouw een heus berglandschapje te hebben gebouwd, met een uitgehouwen rotsvilla, bomen en zelfs een waterval.
Niemand uit de in zijn voegen krakende flat eronder die er wat van durfde te zeggen. De enkeling die het wel deed, kreeg een grote mond of werd zelfs weggepest. Corruptie in China, samengebald tot een megalomane steenpuist op het dak van een flat.
Ik las erover in mijn huiskamer, terwijl er over mijn schouder wat bouwvakkers meekeken. Het geval wil namelijk dat men ook bij mij op de hoek een soort steenpuist bouwt: een bestaande appartementenflat wordt verdubbeld, door er nog een flat naast te bouwen en een extra verdieping erbovenop. Zonder waterval en naar verluidt met instemming van de welstandscommissie, maar voorbijgangers en buurtbewoners vinden het allemaal nogal kolossaal.
Ik kende dit soort gevallen wel uit de lokale krant, en nu maak ik het zelf eens mee: hoe het is om als buurtbewoner opeens een machtsblok van gemeente, projectontwikkelaars en bouwers tegenover je te vinden. Tegen de tijd dat jij voor het eerst van de plannen hoort, blijkt de trein al jaren te rijden: leest u de gemeenteberichten dan niet?, krijg je met nauwelijks verholen irritatie te horen. Je moet een toegewijd not-in-my-backyard-fundamentalist zijn met een graad in de rechten, om enige kans te maken tegen deze opmarcherende moloch.
Toen ik mij in het bouwplan op de hoek verdiepte, bleek er van alles niet te kloppen. De gemeente Leiden, waar ik woon, had hier en daar de normen versoepeld om de flat mogelijk te maken. Om het aantal parkeerplaatsen te bepalen, had men de bouwer gevraagd hoeveel parkeerplaatsen men dacht nodig te hebben (het waren er verdacht weinig). Toen ik de achterliggende cijfers opvroeg, bleek de bouwer te hebben gelogen tegen de gemeente. Er kwam een nieuw ‘onderzoek’, dat er ditmaal uit bestond dat niet de opdrachtgever, maar de gemeente de gegevens bijeen zocht die nodig waren om de nieuwbouw te laten doorgaan.
Intussen susten vertegenwoordigers van zowel de gemeente als de bouwer dat ik vanuit mijn huis niet eens iets zou zien van het gebouw. Affijn, hier een foto vanuit mijn keukenraam:
Allemaal tot daar aan toe: gelukkig hadden wij een toegewijd fundamentalist in de gelederen. U kent dat wel: zo’n ietwat monomane buurtbewoner die het geld, de tijd, de kennis én de puf heeft om alle papieren en brieven tot de laatste letter te lezen, en er nog tegen in beroep te gaan ook. Hij zou doorgaan tot de Raad van State en gehakt maken van het gesjoemel met de normen, dat wist ik zeker.
Totdat ik hem laatst sprak: hij had de zaak ‘geschikt’ met de ontwikkelaar. In ruil voor een achterom-ingang naar zijn huis. Een andere buurtbewoner bleek te hebben geschikt in ruil voor een gratis privéparkeerplaats op het binnenterrein van de flat.
Dus zo gaan de Zhangs van het Westen te werk. Met geld, connecties en geleerd ogende rapporten; slinks slalommend door het woud van regels dat we hebben opgetrokken om misstanden tegen te gaan. Je zou het corruptie noemen, totdat je erover nadenkt en beseft dat het allemaal nog volgens de regels is ook.
Verderop bij mij in de wijk staat een parkeergarage die dezelfde gemeente Leiden heeft opgetrokken met weer een andere projectontwikkelaar. Ook daarover was de buurt razend – ik volgde het destijds met lauwe belangstelling. De omwonenden wilden het 24 uur lichtgevende gevaarte niet. Maar de gemeente bezwoer dat de garage ab-so-luut nodig was, omdat de Leidse binnenstad volgens allerlei eigen onderzoeken volslagen onbereikbaar is.
Een tijdje geleden ben ik er toch eens binnengelopen, op een drukke zaterdagmiddag voor de vakantie. Dít was wat ik in de absoluut onontbeerlijke garage aantrof: