Het herstel van het gat in de ozonlaag boven Antarctica wordt waarschijnlijk vertraagd door de illegale productie van een ozon-vernietigend gas in China. Dat blijkt uit een onderzoek naar de impact van de verboden stof.

In het ergste geval loopt het herstel achttien jaar vertraging op. Dat gebeurt als de productie van trichloorfluormethaan (CFC-11) – een stof die wordt gebruikt voor het isoleren van koelkasten – op hetzelfde peil blijft. Dit extreme scenario lijkt echter onwaarschijnlijk, gezien de Chinese overheid is begonnen het probleem aan te pakken.

Als de productie van het gas gedurende het komende decennium wordt teruggebracht naar nul, zou het herstel van het gat in de ozonlaag maar twee jaar vertraging oplopen, zegt atmosferisch-chemicus Martyn Chipperfield van de Universiteit van Leeds. Als de productie direct zou stoppen, zou het herstel van het gat geen merkbare vertraging oplopen, zo blijkt uit modellen gemaakt door Chipperfields team.

Dit komt doordat de toename van de CFC-11-uitstoot plaatsvond tussen 2013 en 2017. Dat had een merkbaar effect, maar had geen grote invloed te midden van alle andere factoren die het herstel van de ozonlaag beïnvloeden. Verwacht wordt dat het gat in de ozonlaag rond 2060 hersteld zal zijn.

‘We kunnen vrij snel weer op schema liggen’, zegt Chipperfield. ‘De implicaties voor de ozonlaag hoeven niet al te ernstig te zijn.’

Illegale productie

Vorig jaar sloegen wetenschappers al alarm toen ze constateerden dat het CFC-11-gehalte in de atmosfeer toenam, hoewel de productie ervan in 2010 werd verboden onder het internationale Montrealprotocol. Later wezen onderzoekers de Oost-Chinese provincies Shandong en Hebei als schuldigen aan. Daar zou het CFC-11 illegaal worden geproduceerd om schuim voor koelkasten te maken.

Clare Perry van het Environmental Investigation Agency zegt dat door de reactie van China en de internationale gemeenschap het ‘heel onwaarschijnlijk is dat de illegale productie van CFC-11 op hetzelfde peil zal doorgaan in China. Daarmee is ook de vertraging van achttien jaar erg onwaarschijnlijk.’

Snelle actie

De CFC-11-uitstoot lijkt dit jaar al te zijn afgenomen, zo blijkt uit voorlopige bevindingen van Stephen Montzka van de National Ocean and Atmospheric Administration in Colorado. Montzka presenteerde zijn werk afgelopen maand op een bijeenkomst van de partijen die zijn betrokken bij het Montrealprotocol, in Italië.

‘Als snel actie wordt ondernomen, zou de langetermijnimpact niet al te groot moeten zijn’, zegt ook Matt Rigby, die zich aan de Universiteit van Bristol bezighoudt met gassen die de ozonlaag aantasten en het broeikaseffect versterken. ‘Maar dat betekent niet dat we achterover kunnen leunen.’

Chipperfield zegt dat het belangrijk is om bepaalde chemicaliën in de gaten te houden die de ozonlaag aantasten en die maar een kort leven beschoren zijn. Die stoffen maken namelijk geen deel uit van het Montrealprotocol.