Op het peperdure, aan Leonardo da Vinci toegeschreven schilderij Salvator Mundi (‘verlosser van de wereld’) staat een doorzichtige bol met mysterieuze optische eigenschappen. Aan de hand van computersimulaties concluderen Amerikaanse informatici dat het om een holle, glazen bol gaat. Maar kunsthistorici denken daar anders over.
Het schilderij, waarop Jezus Christus staat afgebeeld met in zijn linkerhand een doorzichtige bol, is in 2017 geveild voor ruim 380 miljoen euro. Daarna is het spoorloos verdwenen. Het verscheen dan ook niet op de expositie die nu te zien is in het Louvre ter ere het vijfhonderdste sterfjaar van Da Vinci.
Onwaarschijnlijke lens
Behalve de locatie van het schilderij roept ook de erop afgebeelde glazen bol vragen op. Is het een massief glazen of kristallen bol? Of is het object hol, zoals Walter Isaacson, die een biografie over Da Vinci schreef, voorstelde?
Als de bol massief is, dan zou hij zich gedragen als een lens. De vouwen in het gewaad van Christus lijken dan vergroot, gekromd of omgekeerd. Maar de vouwen lijken nauwelijks vervormd.
Het is zeker dat Leonardo da Vinci op de hoogte was van optische eigenschappen, zoals de lenswerking van glas. In zijn notitieboeken staan studies van manieren waarop licht weerkaatst op en afgebroken wordt door verschillende objecten en materialen.
Informatici: holle glazen bol
Informaticus Marco Liang, van de Universiteit van Californië te Irvine in de Verenigde Staten onderzocht de lichtbreking in het schilderij met drie collega’s. De wetenschappers gebruikten hiervoor grafische software waarmee ze de scène in drie dimensies reproduceerden op de computer. Vervolgens onderzochten ze hoe het licht in die scène gebroken zou worden door verschillende soorten bollen.
Ze bepaalden hiervoor eerst dat de bol een straal van 6,8 cm moet hebben en op 25 centimeter van het lichaam gehouden wordt. Dit deden ze onder andere door de grootte van de hand te schatten. En door naar de schaduwen te kijken, concludeerden ze dat er een sterke, gerichte lichtbron van bovenaf was en algemene, diffuse verlichting.
Met die informatie simuleerden ze hoe het licht vervormt door een massieve glazen bol, een holle glazen bol of door een bol van het destijds gebruikte mineraal calciet. Ze concluderen dat een holle glazen bol, met en een dikte van slechts 1,3 millimeter, het gewaad op dezelfde manier afbeeldt als te zien is op het schilderij. Zo’n bol zou Da Vinci dus geschilderd hebben.
‘Onze experimenten tonen aan dat een optisch nauwkeurige weergave die kwalitatief overeenkomt met die van het schilderij inderdaad mogelijk is met behulp van materialen, lichtbronnen en wetenschappelijke kennis waarover Leonardo da Vinci rond 1500 beschikte’, schrijven de informatici.
Kunsthistorici: massieve kristallen bol
Is het mysterie daarmee opgelost? Nee. De Engelse kunsthistoricus Martin Kemp heeft er een ander idee over. ‘De onderzoekers hebben zich diepgaand vergist in hun methode’, mailt hij. ‘Ze hebben geen idee hoe een devotioneel schilderij uit de Renaissance werd gemaakt als een functioneel object en hoe ermee betekenis werd overgebracht. Een schilderij van Leonardo is geen wetenschappelijke foto of computerwerk.’
Kemp zet dit verder uiteen in een sectie van een boek over Salvator Mundi dat hij met collega’s schrijft. In een proef is te lezen dat zij vermoeden dat Da Vinci op het schilderij een massieve bol van kwarts (bergkristal) heeft afgebeeld.
Tot die conclusie komen de kunsthistorici onder andere door de onregelmatigheden die in de bol te zien zijn. De vorm en de geschilderde reflecties daarvan zouden duiden op onregelmatigheden die ontstaan in kristallen. Ze schrijven dat uit verhalen en aantekeningen van Da Vinci blijkt dat hij goed op de hoogte was van edelstenen en hun onregelmatigheden en schitteringen.
Dat het gewaad en lichaam van Christus niet vervormd lijkt door de bol, ondanks Da Vinci’s kennis, vinden ze aannemelijk. ‘Hij en andere kunstenaars waren bijvoorbeeld ook bekend met de lichtbreking door water, maar hij zou, net zo min als andere Renaissanceschilders, de benen van Christus afgebeeld hebben als optisch gebogen tijdens diens doop’, schrijven ze. Da Vinci zou daarom het doel van een vroom schilderij niet verstoord hebben met – weliswaar correcte – optische vervormingen.
Met hun computersimulaties hebben de Amerikaanse informatici de controverse over de bol dus nog niet opgelost. Het blijft, net als de locatie van het schilderij, een mysterie.