Chemische analyse van een flesje van 3500 jaar oud duidt erop dat de vrouwelijke farao Hatshepsut last had van een huidaandoening. Mogelijk ging het oliemengsel niet alleen de jeuk tegen, maar veroorzaakte het ook kanker.

In het Egyptische museum van de universiteit van Bonn staat een kleine flacon die toebehoorde aan de vrouwelijke farao Hatshepsut. Die was rond 1450 v.Chr. aan de macht in Egypte. De beheerder van de collectie, Michael Höveler-Müller, was benieuwd naar wat er in de flacon had gezeten en schakelde daartoe diverse wetenschappers in. Dat leverde een staaltje forensische archeologie op.

Endoscoop
In de radiologieafdeling van het universiteitsmuseum onderging de flacon een CAT-scan. De scan liet zien dat een soort van stopper de hals afsloot. Langs de binnenwand bevond zich een laag ingedroogde vloeistof. Een hoogleraar van de afdeling keel-, neus- en oorgeneeskunde pakte vervolgens met een endoscoop een monster van die vloeistof op.

Daarop analyseerde farmacoloog Helmut Wiedenfeld de bestanddelen. Hij vond diverse oliën, waaronder palmolie. Er zaten veel onverzadigde vetzuren in het mengsel, wat volgens hem duidt op een lotion die klachten door psoriasis of eczeem verzacht. Uit oudheidkundig onderzoek vermoedt men dat er in Hatshepsuts familie, de 18e dynastie, huidziekten voorkwamen. De aanleg voor de aandoening psoriasis is bijvoorbeeld genetisch bepaald.

Doktersvoorschrift
Wiedenfeld vond ook bestanddelen die goed werken tegen jeuk, namelijk asfalt en het uit steenkool afkomstige creosoot. Nog steeds zijn er mensen met chronische huidziekten die crèmes met creosoot gebruiken. Dat is dan wel op doktersvoorschrift, want daar komen stoffen in voor die carcinogeen zijn.

Wiedenfeld ontdekte in de ingedroogde lotion onder meer benzo(a)pyreen, een sterk kankerverwekkende verbinding die ook voorkomt in sigarettenrook en vlees dat op de barbecue is aangebrand. De Duitse onderzoekers vermoeden dat Hatshepsut bij het bestrijden van haar acute huidklachten daarmee zichzelf op langere termijn de das kan hebben omgedaan. Volgens egyptoloog Höveler-Müller zijn er aanwijzingen dat Hatshepsut kanker had en er wellicht na vijftien jaar regeren aan overleed.

Wiedenfeld denkt niet dat de lotion een Egyptisch product was. De geneeskundigen in het Oude Egypte waren goede huisartsen en chirurgen, maar zwakke internisten. Mogelijk stamt het recept of de lotion zelf uit Perzië of India, waar in de Oudheid de geneeskunde op een hoog peil stond.

Erick Vermeulen