Astronomen denken aanwijzingen te hebben gevonden dat het heelal vlak na de oerknal in zijn geheel ronddraaide.

Datawetenschapper Lior Shamir van de Kansas State Universiteit gebruikte met zijn collega’s drie van de krachtigste telescopen ter wereld: de Sloan Digital Sky Survey, de Panoramic Survey Telescope and Rapid Response System (Pan-STARRS) en de Hubble-ruimtetelescoop. Daarmee brachten ze de draaiing in kaart van meer dan 200.000 spiraalvormige sterrenstelsels verspreid over de hemel.

Op basis van de meeste huidige kosmologische modellen zou je verwachten dat er evenveel sterrenstelsels de ene kant op draaien als de andere kant op. De onderzoekers ontdekten in de telescoopmetingen echter een onverwachte disbalans.

‘Het verschil is niet enorm: net iets meer dan 2 procent. Maar bij zoveel sterrenstelsels is de kans dat zo’n verschil toevallig is ontstaan kleiner dan één op een miljoen’, zei Shamir 1 juni op een persconferentie tijdens een virtuele bijeenkomst van de American Astronomical Society.

Meerdere assen tegelijk

Hoe verder weg de stelsels, des te groter de disbalans was. Verder hing de asymmetrie af van de plek aan de hemel. Wanneer je vanaf een van de polen van de aarde naar boven kijkt, lijken er meer sterrenstelsels tegen de klok in te draaien dan met de klok mee. Bij waarnemingen vanaf een plek in de buurt van de evenaar was het omgekeerde het geval.

Shamir en zijn collega’s ontdekten dat deze patronen kunnen zijn ontstaan doordat het volledige heelal vroeg in zijn bestaan ronddraaide. Die draaiing vond plaats rond meerdere assen tegelijk.

Als dat het geval is, verwacht je draaiende spiraalstelsels ook vroeger in het heelal te vinden dan de meeste huidige modellen voorspellen. Recente waarnemingen lijken dat idee te ondersteunen. ‘Hoe vreemd het ook lijkt, dit is het heelal dat we vanaf de aarde zien’, zegt Shamir.

RIP Heelal
LEESTIP: Zal het heelal aan het eind van zijn leven ook ronddraaien? Lees alles over de dood van het universum in het nieuwe Pocket Science-deel R.I.P Heelal