Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Jeroen de Ridder, universitair hoofddocent filosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

‘Tijdens mijn studie technische bestuurskunde in Delft had ik met studiegenoten − vooral in het café − gesprekken over filosofie en fundamentele levensvragen, over vrije wil en de zin van het leven. Toen ik eenmaal was afgestudeerd, ben ik filosofie gaan studeren om later in dit vakgebied te promoveren.

Ik werk in de analytische filosofie. Daar gaat het om exact redeneren, concepten nauwkeuring definiëren en deze checken op geldigheid. Ik doe onderzoek naar wat het inhoudt om ‘redelijk’ te zijn.

Dat leidde bij mij tot een groot inzicht. Bijna iedereen kent de foto van de inauguratie van Donald Trump, met overal witte plekken en lege grasvelden, terwijl het acht jaar eerder bij Barack Obama bomvol met mensen stond. Toch beweerden heel veel Republikeinen na afloop dat het bij Trump drukker was. Dit gebeurt heel vaak. Mensen zeggen dingen lang niet altijd omdat ze er grondig over nagedacht hebben, maar om te laten zien wie ze zijn en bij welke groep ze horen.

Het algemene punt is dat wat mensen denken, vaak afhangt van hun identiteit in plaats van andersom. Je identificeert je met een sociale groep en daar horen automatisch allerlei opvattingen bij. Belonging gaat vooraf aan believing.

Door uitgebreide literatuurstudie en het volgen van empirisch onderzoek ben ik er achter gekomen dat er verschillende concepten van het begrip ‘redelijkheid’ van elkaar te onderscheiden zijn. Het is makkelijk om de aanhangers van Trump af te doen als achterlijke rednecks. De meesten zijn echter niet dom, maar ze hebben een andere oriëntatie in het leven.

Door dit inzicht kwam ik zelf in een existentiële crisis terecht. Hoe doe ik het zelf als ik over politiek of religie praat, vroeg ik me af. Dat is ook de reden dat ik nog opener probeer te zijn naar mensen met andere standpunten.’