Door kleine deeltjes die zonlicht reflecteren in de atmosfeer te spuiten, zouden we de opwarming van de aarde kunnen verminderen. Maar dit sleutelen aan het klimaat kan nadelige gevolgen hebben. Computermodellen laten zien dat dit kan leiden tot extremere hittegolven, een toename van luchtverontreiniging en veranderingen in de oceaancirculatie.
Een deel van de straling van de zon die op de aarde valt, weerkaatst op het aardoppervlak en zou zo weer de ruimte in moeten verdwijnen. Maar door de aanwezigheid van CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer, kan niet alle weerkaatste straling ontsnappen. Te veel warmte raakt opgesloten in de atmosfeer, wat de opwarming van onze planeet veroorzaakt.
Door veel minder broeikassen uit te stoten, kunnen we de opwarming stoppen. Maar dat blijkt een lastige opgave voor de mensheid. Een andere mogelijkheid is om een deel van de zonnestraling tegen te houden, nog voordat die het aardoppervlak bereikt.
Reflecterende deeltjes in de atmosfeer
Dat kan bijvoorbeeld door reflecterende stofdeeltjes of druppeltjes – zogeheten aerosolen – in de stratosfeer te brengen met een vliegtuig of luchtballon. Dit kunstje bootst in feite na wat er gebeurt bij vulkaanuitbarstingen. Ook een aswolk die door een vulkaan de atmosfeer wordt ingeblazen, kan de aarde tijdelijk afkoelen door zonlicht te reflecteren.
Onderzoekers van de Amerikaanse universiteit MIT hebben nu de gevolgen van aerosolen gemodelleerd met verschillende bekende klimaatmodellen.
Een gevolg van de reflecterende deeltjes is dat stormen op zowel het noordelijke als het zuidelijke halfrond minder krachtig zouden zijn dan nu. De stormkracht nam, afhankelijk van het onderzochte scenario, af met 5 tot 17 procent. Dit komt doordat de reflecterende aerosolen ervoor zorgen dat het rond de evenaar afkoelt, terwijl de noord- en zuidpool op blijven warmen. Daardoor wordt het temperatuurverschil tussen de polen en de evenaar kleiner. Dit zorgt voor minder zware stormen in de winter.
Geen goede veranderingen
Dat lijkt prettig, maar het kan ook leiden tot meer hittegolven in de zomer, zegt promovendus Charles Gertler van MIT. ‘En in alle seizoenen kan het [plan] de luchtverontreiniging nadelig beïnvloeden. Bovendien kan het bijdragen aan een regionale afname van regenval. Dit zijn geen goede veranderingen, vergeleken met het klimaat dat we gewend zijn.’
Op het zuidelijk halfrond lijkt het zogeheten geo-engineering met aerosolen bovendien de oceaanstromingen te veranderen. Dat kan gevolgen hebben voor de stabiliteit van Antarctische ijskappen, waarschuwen de onderzoekers.
Tenslotte benadrukken ze dat reflecterende aerosolen de opwarming van de aarde tegen kunnen gaan, maar dat het andere effecten van broeikasgassen niet tegenhoudt, zoals lokaal verminderde regenval en verzuring van de oceanen. Aerosolen in de atmosfeer spuiten, lijkt dus geen gemakkelijke, snelle oplossing voor de klimaatveranderingen. Grootschalig de uitstoot van broeikasgassen aanpakken, blijft voorlopig onze enige realistische optie.