Het noorderlicht danste in de lucht boven de noordelijke Atlantische Oceaan in de nacht van 14 op 15 april 1912. Toen vond een van de bekendste scheepsrampen plaats: de Titanic voer op een ijsberg. Een meteoroloog suggereert nu dat de geomagnetische zonnestorm die het noorderlicht veroorzaakte ook de navigatie- en communicatiesystemen van de Titanic verstoorde. Mogelijk verergerde dit de ramp, waarbij ruim 1500 passagiers omkwamen.
‘Het weer was kalm, de zee glad, zonder wind. De lucht was helder en de sterren schenen. Er was geen maan, maar het noorderlicht glinsterde als maanstralen die uit de noordelijke horizon omhoogschoten. De lucht was intens koud.’ Zo omschreef de tweede officier op het schip Carpathia die fatale nacht. Een paar uur later zou dit schip de Titanic te hulp schieten en enkele honderden passagiers op reddingsboten opvangen.
Magnetische storm
Het prachtige schouwspel aan de heldere hemel werd veroorzaakt door een zogenoemde geomagnetische storm. Die wordt veroorzaakt door magnetische explosies op de zon die materie de ruimte in slingeren. Dit verschijnsel kan het magneetveld van de aarde verstoren. Er ontstaat dan een geomagnetische storm die de ionosfeer van de aarde verstoort en geladen deeltjes die dicht bij de aarde komen versnelt. Het aardmagnetisch veld buigt deze deeltjes af naar de noord- en zuidpool. Daar botsen ze op de moleculen in de atmosfeer, wat een prachtig, kleurrijk poollichtspektakel oplevert.
De oproer in de ionosfeer zal ook elektromagnetische effecten tot gevolg hebben, zoals de verstoring van radiogolven en mogelijk kompasmetingen. Dat de magnetische zonnestorm in de nacht van 14 op 15 april 1912 sterk genoeg was om poollicht te veroorzaken, kan betekenen dat hij ook sterk genoeg was voor dergelijke verstoringen. Dat stelt Mila Zinkova, een gepensioneerde meteoroloog uit San Francisco, in haar artikel.
‘Ik wist dat sommige ooggetuigen die nacht het poollicht hadden gezien, en ik wist dat dit een kompas zou kunnen beïnvloeden’, mailt Zinkova. Zo kwam ze op het idee.
Vreemde SOS-signalen
Volgens Zinkova is het mogelijk dat de magnetische storm rommelde met het kompas. Als je een paar kilometer lang vaart op een kompasafwijking van 0,5 tot 1 graad, kun je al flink van je pad afwijken, schrijf ze. Het is zelfs mogelijk dat die afwijking het verschil maakt tussen wel of niet op een ijsberg botsen.
Uit bronnen blijkt ook dat SOS-signalen die de Titanic uitzond vaak niet of slecht aankwamen bij naburige schepen. En enkele signalen die aankwamen, gaven – mogelijk door de bovengenoemde kompasafwijkingen – de verkeerde positie door.
Volgens het officiële rapport over de ramp veroorzaakten amateurradiomakers de verstoringen in het SOS-signaal. ‘Maar op dat moment was er onvolledige kennis van de invloed die geomagnetische stormen kunnen hebben’, schrijft Zinkova.
Daarom stelt zij voor dat de magnetische storm ook de oorzaak kon zijn van de verstoorde radio-ontvangst. Dat zou betekenen dat er, door de onstuimigheid van de zon, minder hulp kwam dan er in de directe omgeving beschikbaar was.
Geen afwijkende koers
Dat er die nacht een magnetische storm woedde, lijkt zeker. Er waren genoeg ooggetuigen van het poollicht. Maar niet iedereen is het ermee eens dat het een rol speelde bij de ramp. Zo vertelt Titanic-historicus Tim Maltin in Hakai Magazine dat het wrak van de Titanic langs de verwachte route van het schip teruggevonden is. Het heeft dus geen afwijkende koers gevolgd.
‘Het is zeker zo dat geomagnetische stormen variaties in het aardmagnetisch veld veroorzaken’, zegt Bert van den Oord van het KNMI. ‘De richting van een kompasnaald zal dan fluctueren. Maar ik verwacht niet dat kompasafwijkingen de oorzaak van de botsing met de ijsberg zijn, om de simpele reden dat de exacte positie van ijsbergen niet bekend was.’
Wel kunnen ze hebben geleid tot het doorgeven van een verkeerde positie en verstoringen in het radioverkeer, vervolgt Van den Oord. ‘Het scenario is dus interessant, maar zou beter onderbouwd moeten worden.’
Toekomstige zonnestormen
Ook is het de moeite waard om historische zonnestormeffecten te onderzoeken zodat we die in de toekomst beter begrijpen. De invloed van zulke stormen is nu namelijk groter dan ten tijde van de Titanic doordat we meer gebruikmaken van elektromagnetisme, van zendmasten tot elektriciteitsnetwerken.
Daarom houden organisaties het zogeheten ruimteweer in de gaten en geven ze waarschuwingen aan bijvoorbeeld de luchtvaart. Van den Oord: ‘In Nederland is het KNMI momenteel bezig met het inrichten van een nationale waarschuwingsservice voor de vitale sectoren.’