Bijzonder hoogleraar psychotrauma Geert Smid deed onderzoek naar rouwverwerking. ‘Het is in het belang van de patiënt dat we snel zien of psychische klachten met rouw te maken hebben.’
Wat is rouw?
‘In mijn onderzoek omvat rouw de sterke emotionele reacties waarmee het verlies van een dierbare vaak gepaard gaat. Gevoelens als gemis, verlangen en verdriet. Er kunnen ook andere gevoelens opspelen, zoals schuldgevoelens of boosheid over hoe het gelopen is. Dan spreek je van emotionele pijn.’
Wanneer is iemand in rouw?
‘Als een dierbare is overleden en mensen nog sterk het gemis ervaren of bezig zijn met de dierbare of de omstandigheden waarop die dierbare aan zijn of haar einde is gekomen. Als heftige rouwreacties lang aanhouden en daarbij aanleiding geven tot ernstige beperkingen in het dagelijks functioneren spreken we van traumatische rouw. Die gaat vaak gepaard met beelden van het verlies die zich aan de nabestaande opdringen en soms met neerslachtigheid of depressie. Traumatische rouw kom je op het spoor door samen met de patiënt te concluderen dat er een samenhang is van de psychische klachten met het verlies van een dierbare.’
Hoe begon uw onderzoek?
‘Ik was veel bezig met de behandeling van vluchtelingen, mensen die veel dierbaren waren kwijtgeraakt. Als therapeut vroeg ik me af hoe je daar goed mee omgaat. Tegelijkertijd liep mijn promotieonderzoek naar uitgestelde posttraumatische stressstoornis. Het ging over
het feit dat klachten door het meemaken van traumatische gebeurtenissen soms later kunnen opspelen.
Bij rouw was hetzelfde aan de hand. Daarnaast bestond eerder de overtuiging dat rouw per definitie normaal is en bij het leven hoort. Er bestond lang geen formele diagnose voor een patiënt bij wie het probleem vooral met rouw te maken had. Dan werd er eerst een andere diagnose gesteld. Bij die diagnose hoorde een bepaalde behandeling en vervolgens kwam rouw nauwelijks aan bod.’
Waarom is het belangrijk kennis over rouw op te bouwen?
‘Wat het verlies voor een nabestaanden betekent, wat de lessen zijn voor de toekomst en hoe de nabestaande tegen de wereld aankijkt, zijn grote vragen. Het is in het belang van mensen met psychische klachten dat we snel zien of klachten met rouw te maken hebben om een optimale behandeling te geven.
In verschillende zorgcontexten speelt rouw een rol. Bijvoorbeeld als het gaat om vragen rondom zelfgekozen dood. Het is belangrijk het perspectief en de rouw van nabestaanden daarin te betrekken en dat gebeurt vaak maar mondjesmaat. Bij mensen die in behandeling zijn vanwege traumatische rouw moet er focus zijn op de realiteit van het verlies. De overledene komt niet meer terug.
Vaak zijn mensen bang voor de intense gevoelens die deze realiteit oproept, omdat de gevoelens zo veel verschillende kanten opgaan. Ook bestaan er veel culturele verschillen in hoe rouw wordt ervaren en geuit. Rituelen kunnen een nabestaande ondersteuning van betekenisgeving bieden.’
Is uw werk zwaar?
‘Dit werk fascineert me en daardoor ervaar ik het niet als zwaar. Soms word ik een beetje activistisch. Veel van de problemen waar mensen mee te maken hebben, zijn problemen waar we als maatschappij ook mee worstelen, of dat nou met migratie, terrorisme of criminaliteit te maken heeft. Soms heb ik de neiging om op de barricade te klimmen, maar dat hoort niet bij mijn rol. Het geeft wel energie als dat gevoel erbij komt kijken. Dan heb ik het idee dat ik een bepaald belang help behartigen.
Heeft deze pandemieperiode geleid toch nieuwe inzichten?
‘Ik merk dat mijn onderzoek me hielp nadenken over wat een crisis betekent. Heel opvallend was de eenzaamheid rond sterven en overlijden. Niet alleen voor directe familieleden, maar ook voor zorgverleners kan rouw na een overlijden door COVID-19 een probleem zijn. Het personeel heeft bijvoorbeeld ook onbedoeld een rol kunnen spelen bij een besmetting.’
Wat is nu de focus van uw onderzoek?
‘Rouw na euthanasie wegens psychische problemen vergelijken met rouw na zelfdoding. We willen begrijpen hoe die twee vormen van overlijden de rouw van nabestaanden beïnvloeden. Daarnaast zijn we bezig met de relatie tot de zorg. Daar staan de culturele diversiteit en de omgang daarmee op de voorgrond. Ook loopt er onderzoek naar de online behandeling van nabestaanden van slachtoffers van verkeersongevallen.’
Is er een doel waar u naartoe werkt?
‘Als ik een verdere bijdrage kan leveren aan een samenhangend zorgnetwerk rondom traumatische rouw, dan zou ik heel gelukkig zijn. Ik voel dat zo’n netwerk aan het ontstaan is, maar er valt nog veel werk te verzetten. Dat we een diagnose kunnen stellen met betrekking tot rouw is nog vrij nieuw, maar de effecten ervan zijn al wel te zien.
Nabestaanden van verkeersslachtoffers hebben zich lang een vergeten groep gevoeld. Er was geen georganiseerde vorm van beschikbare hulp. Daar wordt nu volop aan gewerkt. Bij nabestaanden na moord kan het er ongelooflijk inhakken dat er voor de dader ontzettend veel aandacht is terwijl de nabestaanden klachten hebben waarvoor weinig erkenning bestaat.
Het verwondert me dat zoiets in onze maatschappij zo weinig prioriteit krijgt. Je wenst het niemand toe om in zo’n situatie te belanden. Ook dat krijgt nu gelukkig meer aandacht. Daarom ben ik trots dat de relevantie van rouw is gebleken en dat er een bestendig zorgaanbod ontstaat.’