Biologen zijn getuige geweest van een uiterst zeldzaam geval van kannibalisme onder Amerikaanse primaten: ze zagen hoe kapucijnaapjes het lijkje van een pasgeboren jong opaten.
Sinds 1983 observeren onderzoekers witkeelkapucijnapen in het nationaal park Santa Rosa in Costa Rica. Het is een van de langstlopende primaatonderzoeken ter wereld.
In april 2019 waren Mari Nishikawa van de universiteit van Tokio, Japan, en andere onderzoekers de apen in het park aan het observeren toen ze geschreeuw hoorden. Ze zagen hoe een aapje dat slechts tien dagen oud was uit een boom viel. Direct daarna jaagde zijn moeder en een ander vrouwtje een mannelijke aap weg.
Kindermoord is niet ongewoon onder deze primaten. Het komt regelmatig voor wanneer een nieuw alfamannetje zich bij een groep aansluit en strijdt om het voortplantingsmonopolie bij de vrouwtjes. Ook niet-alfamannetjes doden soms baby’s, zegt Katharine Jack van de Tulane University in de Amerikaanse staat Louisiana. Het gaat dan bijvoorbeeld om een ondergeschikt mannetje dat wordt weggejaagd – zoals ook hier het geval was.
Fingerfood
De moeder probeerde haar kindje nog te redden, maar zijn achterpoten leken verlamd – mogelijk door een beet van het mannetje – en hij stierf al snel. De moeder liet haar kind na zijn dood achter.
Vervolgens benaderde een twee jaar oud mannetje het lijkje. Hij begon aan de vingers te knabbelen. Dit was voor het alfavrouwtje van de groep – de oudtante van het gedode aapje – aanleiding om zich aan te sluiten bij de maaltijd. Ook zij begon het kadaver op te eten.
Vreemd geval
‘Zoiets hebben we nooit eerder gezien’, zegt Jack. Het voorval is volgens haar om een aantal redenen vreemd. Ten eerste eten kapucijnapen gewoonlijk alleen dingen die ze zelf hebben gedood. ‘We hebben nog nooit een kapucijnaap iets zien consumeren dat al dood is’, zegt ze. ‘Het zijn geen aaseters.’
Als de apen wel vlees eten, bijvoorbeeld kleine witsnuitneusberen, knabbelen de dieren meestal eerst aan het hoofd en het gezicht van hun prooi. Bij dit geval van kannibalisme gebeurde precies het tegenovergestelde: ze begonnen met de vingers en tenen van het kind.
Bovendien was het gedrag van de andere primaten opvallend. Zij naderden het lichaam en snuffelden eraan, maar ze lieten zich niet verleiden tot kannibalisme. Velen van hen krulden hun lippen, wat leek op een uitdrukking van walging, maar Jack merkt op dat het onmogelijk is om deze emotie met zekerheid aan de apen toe te schrijven.
‘Het leek alsof ze iets heel ongewoons zagen – de manier waarop ze zich gedroegen en reageerden op de situatie’, zegt ze.
Weinig kannibalen
Kannibalisme is zeldzaam onder primaten in Noord- en Zuid-Amerika. Chimpansees en andere primaten die elders wonen kannibaliseren wel vaker hun soortgenoten. Vaak gaat het dan om zuigelingen of placenta’s.
In Noord- en Zuid-Amerika zijn er echter minder dan tien gevallen van kannibalisme bekend. Slechts zes van de honderd Amerikaanse soorten hebben zich, zover wij weten, schuldig gemaakt aan zulke praktijken.