De mRNA-techniek achter twee covid-19-vaccins is mogelijk ook te gebruiken bij de behandeling van auto-immuunaandoeningen. De eerste tests met muizen met een ziekte die lijkt op multiple sclerosis (MS) zijn veelbelovend.

De muizen in het onderzoek hadden experimentele auto-immuun-encephalomyelitis (EAE), dat overeenkomsten heeft met multiple sclerose (MS). Deze aandoening wordt vaak als model gebruikt om MS-behandelingen te testen bij muizen. Het mRNA-vaccin dat voor deze aandoening ontworpen is, verminderde de ernst van de symptomen bij de proefdieren.

Het onderzoek werd geleid door Uğur Şahin, de CEO van BioNTech, het bedrijf dat samen met Pfizer een van de eerste coronavaccins ontwikkelde.

Geactiveerd immuunsysteem

Het gebruik van mRNA-vaccins is relatief nieuw. De techniek raakte in een stroomversnelling dankzij de mRNA-vaccins die ontwikkeld werden tegen het coronavirus.

Andere vaccins bevatten dood virus of een stukje viruseiwit. Door dat in te spuiten kan het immuunsysteem – zonder risico op infectie – alvast antistoffen aanmaken en klaarstaan voor de ‘aanval’ als het levende virus het lichaam binnenkomt.

De twee mRNA-vaccins werken anders. Ze laten het lichaam zelf een stukje van het virus maken. Het mRNA bevat een genetisch recept voor een bepaald stukjes viruseiwit. Dit recept leveren ze af in de cellen rondom de prikplek, die vervolgens het gewenste viruseiwit gaan maken. Hierdoor is het immuunsysteem voorbereid als het echte virus zijn intrede doet.

Onterechte aanvallen

Het coronavirus-mRNA-vaccin activeert dus het immuunsysteem. Het mRNA-vaccin dat tegen de MS-achtige aandoening in muizen werkt, doet het omgekeerde: het remt het immuunsysteem.

MS is waarschijnlijk een auto-immuunaandoening waarbij het immuunsysteem ten onrechte eiwitten van je eigen lichaam aanvalt. Die onterecht aangevallen eigen eiwitten heten auto-antigenen. Bij MS raakt het zenuwstelsel hierdoor beschadigd. Daardoor kunnen mensen bijvoorbeeld niet meer goed praten of verliezen ze de kracht in een of meer ledematen.

Nu worden auto-immuunaandoeningen behandeld door het gehele immuunsysteem van een patiënt te dempen. Dat heeft risico’s. Je lichaam is dan een stuk vatbaarder voor allerlei infecties.

Het doel van het mRNA-vaccin is om alleen dat deel van het immuunsysteem te remmen dat je eigen lichaam aanvalt. In dit geval bevat het vaccin een recept voor de auto-antigenen die inspelen op het deel van het immuunsysteem dat de immuunreactie op diezelfde auto-antigenen kan onderdrukken. Dat remt de onterechte aanval van het immuunsysteem op eigen eiwitten.

In muizen met de MS-achtige aandoening bleek dit te werken. Na de injectie vertraagde het begin van de ziekte en de ernst ervan verminderde, zonder dat de rest van het immuunsysteem werd onderdrukt. Het lichaam is dan weerbaarder tegen infecties.

Onbekende oorzaak

‘Het is een interessant artikel waarin een geheel nieuwe manier van behandelen van auto-immuunaandoeningen wordt onderzocht’, zegt Maarten Witte, van het Neuroscience & MS Center Amsterdam, die niet betrokken is bij het mRNA-vaccinonderzoek. ‘Maar het is nog erg onzeker of dit ook toepasbaar is voor MS. We weten namelijk niet goed wat MS veroorzaakt.’

Bij de MS-achtige aandoening van de muizen, genaamd EAE, is bekend op welk auto-antigeen het immuunsysteem verkeerd reageert. Voor MS is dat auto-antigeen (nog) niet gevonden. ‘MS kan ook veroorzaakt worden door meerdere auto-antigenen’, zet Witte. ‘Of misschien is er een hele andere oorzaak. We weten het niet.’ Dat de mRNA-techniek goede resultaten gaf bij de MS-achtige muizen, betekent dus niet dat ze ook werkt bij mensen met MS.

Over andere toepassingen van de mRNA-techniek is Witte optimistischer. ‘Het is veelbelovend voor andere auto-immuunaandoeningen, waarvan de auto-antigenen wél bekend zijn.’

New Scientist 85 februari 2021
LEESTIP: bestel het nieuwe nummer van New Scientist in onze webshop.