Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Jorinde Nuytinck, mycoloog bij Naturalis in Leiden.

‘Naast planten en dieren heb je de schimmels, ofwel fungi. Schimmels zijn heel divers, meestal meercellig en hebben lange draadvormige structuren.

Schimmels zie ik een beetje als een vergeten rijk. We kennen nu meer dan 140.000 soorten, maar dit is slechts 10 procent van het geschatte aantal dat er op de aarde leeft. Dat we er zo weinig van over weten, heeft me altijd enorm gefascineerd.

Een deel van mijn werk bestaat uit paddenstoelen zoeken in het bos. Ik verzamel ze, droog ze, documenteer ze onderzoeken ze aan de hand van DNA. Door de technologische vooruitgang zijn we de laatste tien jaar in staat om ook het DNA uit de omgeving – lucht, water, bodem –  te detecteren en zo zien we welke fungi er leven. Hierdoor is onze kennis ongelofelijk gegroeid.

Mijn grootste moment van inzicht kreeg ik toen ik bodemmonsters van Nederlandse grond aan het bestuderen was. Daar bleken heel veel niet te identificeren fungi in aanwezig te zijn. Niet alleen van zogenaamde dark taxa – fungi die we enkel van hun DNA kennen maar nooit waargenomen hebben –  maar zelfs van opvallende en kleurrijke paddenstoelvormende genera. Eerst was ik gefrustreerd omdat ik geen matches kreeg. Ik vroeg me af waarom het me niet lukte. Vervolgens realiseerde ik me dat ik mijn onderzoek wel goed deed, maar dat de bodem nog heel veel geheimen voor ons heeft.

Dit is voor mij superboeiend. Het motiveert me om verder te werken. En hierdoor kan ik ook speculeren dat de fungi in de bodem wellicht leiden tot allemaal praktische toepassingen. Misschien kunnen we er wel antibiotica uit halen. De toekomst zal het leren.’

no-image
LEESTIP: Meer weten over de wondere wereld van schimmels? Lees Verweven Leven van Merlin Sheldrake. Verkrijgbaar in de shop.