In drie ronden van de populaire quiz Jeopardy! versloeg de computer Watson twee legendarische menselijke tegenstanders.
Ken Jennings en Brad Rutter, twee deelnemers die records braken in de televisiequiz Jeopardy!, namen het van 14 tot 16 februari op tegen de supercomputer Watson, genoemd naar een van de oprichters van IBM, Thomas J. Watson. Nadat in de eerste ronde de computer gelijk eindigde met Brad Rutter, nam hij in de tweede ronde een flinke voorsprong. Op de derde dag versloeg de computer zijn menselijke tegenstanders met ruime cijfers. Na onder meer schaken is opnieuw een spel
Watson is niet zomaar een computer, zoals beschreven in het decembernummer 2010 van NWT Magazine. Wetenschappers van diverse bekende instituten hebben bijgedragen aan het programma, dat draait op 90 IBM-servers met elk vier processoren met acht rekenkernen, en een werkgeheugen van meer dan vijftien terabyte. De computer moest allereerst vragen kunnen analyseren en vervolgens in de immense hoeveelheid informatie die hij beschikt het antwoord weten te vinden (of beter gezegd de vraag die bij een gegeven antwoord hoort). Maar dat was nog niet alles. Hij moest ook berekenen hoeveel vertrouwen hij had in zo’n antwoord en daarop, wetende hoe de stand van de andere kandidaten is, beslissen óf hij een antwoord gaf en welk bedrag hij daarop inzette. Waar Jennings en Rutter doorgaans ronde bedragen inzetten, berekende Watson op de dollar nauwkeurig welke inzet hem het meeste voordeel kon bieden. En net als zijn menselijke tegenstanders moest Watson al deze activiteiten binnen een paar seconden voltooien, opdat zijn robotarmpje sneller de klop kon indrukken.
HAL 2000
Feilloos was de computer niet. In de categorie US Cities werd bijvoorbeeld gezocht naar een stad met twee luchthavens vernoemd naar respectievelijk een oorlogsheld en een memorabele veldslag, en de computer verwees in zijn antwoord naar de Canadese stad Toronto, in plaats van Chicago. Een mens zou zo’n fout niet maken, maar de programmeurs hadden het programma geleerd dat de namen van categorieën niet altijd de lading dekken. Een andere keer gaf Watson een fout antwoord, nadat een tegenspeler datzelfde antwoord al had gegeven – Watson wist niet welke antwoorden zijn tegenstanders gaven.
Niettemin is de eindscore overduidelijk en versloeg de computer de twee tegenstanders. Het overgrote deel van het prijzengeld, een miljoen dollar voor Watson en de helft van de 200.000 dollar en 300.000 dollar die Jennings en Rutter verdienden, ging naar goede doelen.
Ondertussen werken wetenschappers aan de volgende computer die zich met de mens moet kunnen meten. De evenknie van de welhaast menselijke computer HAL 2000, in het scenario dat Arthur C. Clarke schreef voor Stanley Kubricks Space Odyssey: 2001, is er nog niet. Racr, wat staat voor reading and contextual reasoning, moet de volgende stap in kunstmatige intelligentie zijn. Deze machine moet teksten kunnen lezen en vervolgens complexe vragen beantwoorden waarmee Watson absoluut geen raad weet.