Geologen hebben achterhaald hoe de samenstelling van de atmosfeer er de afgelopen 220 miljoen jaar uitzag. Ze concludeerden dat de lucht vroeger veel minder zuurstof bevatte.
Bron: Ryan C. McKellar
Om de historische samenstelling van atmosfeer in kaart te brengen, analyseerden de geologen hars. Ze keken zowel naar verse hars, als 538 fossiele harsresten in de vorm van barnsteen. ‘Vergeleken met ander organisch materiaal heeft barnsteen het voordeel dat zijn chemische samenstelling vrijwel onveranderd blijft’, aldus de Oostenrijkse mineraloog Ralf Tappert in een persverklaring.
Uit de precieze samenstelling van koolstof in barnsteen van verschillende leeftijden wisten de onderzoekers af te leiden wat de atmosferische zuurstofconcentratie was tot aan het Trias (zo’n 220 miljoen jaar geleden). Het zuurstofpercentage bleek tijdens de geschiedenis steeds stukken lager dan de 21% die vandaag de dag in de lucht zit. Gemiddeld lagen de waarden tussen de 10 en 15%.
De vondst ondermijnt een bestaande theorie die probeerde te beschrijven waarom de dinosauriërs zo groot waren. De theorie stelde dat een verhoogde concentratie zuurstof in de lucht de dieren in staat maakte te blijven groeien. Volgens Tappert kan deze theorie nu worden afgeschreven.